H3 - 3.2. Wie is de baas?

3.2. Wie is de baas?
Wat heb je nodig?
Leerboek en schrift
Rekenmachine



1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2. Wie is de baas?
Wat heb je nodig?
Leerboek en schrift
Rekenmachine



Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Terugblik
  2. Uitleg en instructie 3.2. 
  3. Maakwerk voor vandaag - zelfstandig werken
  4. Quiz                    

Slide 2 - Tekstslide

Even kijken wat je nog weet...
Leg de volgende begrippen uit: 
- Solliciteren`
- Arbeidsmarkt
- Voltijd & Deeltijdbaan
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze les weet ik ...
  1. Wat het verschil tussen een werkgever en een werknemer is. 
  2. Over de afspraken tussen werkgever en werknemer
  3. Wat een proeftijd is
  4. het verschil tussen en de kenmerken van een tijdelijke, vaste en flexibele baan

Slide 4 - Tekstslide

Werkgever:
  • de "baas"
  • heeft één of meerdere personen in dienst, die hij loon betaalt
  • verdient geld door winst te maken


Werknemer:

  • je doet betaald  werk in dienst van een "baas"/werkgever

Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt het?
1. Vacature
2. Solliciteren
3. Aangenomen
4. Afspraken vastleggen en ondertekenen
  • Arbeidsovereenkomst: 
  • Arbeidsvoorwaarden -> hoeveel uur werk je, wat is je loon, aantal vakantiedagen, proeftijd

Slide 6 - Tekstslide

Proeftijd
  • Bevalt het de werkgever en -nemer
  • Beiden mogen direct de arbeidsovereenkomst beëindigen
  • Maximaal 2 maanden 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een voordeel van een proeftijd voor de werkgever?
Wat is een voordeel van een proeftijd voor een werknemer?

Slide 8 - Tekstslide

Soorten banen
Tijdelijke baan:
  • voor een bepaalde tijd
  • tot afgesproken einddatum
Vaste baan:
  • voor on-bepaalde tijd
  • er is geen einddatum
Flexibele baan:
  • je werkt wanneer je nodig bent
  • oproepkracht uitzendburo

Slide 9 - Tekstslide

Maakwerk
Maak op Pincode:
3.2. opgaven 19 t/m 31

In tweetallen
Klaar? Lezen 3.3





Slide 10 - Tekstslide

Quiz

Slide 11 - Tekstslide

Een werknemer is
A
iemand die in loondienst werkt
B
een ZZP'er (zelfstandige zonder personeel)
C
betaalt de salarissen
D
ontvangt een loon of salaris

Slide 12 - Quizvraag

Hoe lang mag een proeftijd duren?
A
1 maand
B
2 maanden
C
3 maanden
D
4 maanden

Slide 13 - Quizvraag

Het document waar alle afspraken tussen de werknemer en werkgever in staat
A
Sollicitatie
B
Arbeidsvoorwaarden
C
Proeftijd
D
Arbeidsovereenkomst

Slide 14 - Quizvraag

Sanne heeft een vakantie baantje. Zij gaat 4 weken bij een ski-resort werken. Daarna gaat zij weer naar school. Dit is een...
A
Deeltijdbaan
B
Tijdelijke baan
C
Vaste baan
D
Flexibele baan

Slide 15 - Quizvraag

Blijf zitten totdat de bel gaat!
Jullie mogen opruimen.

Slide 16 - Tekstslide