20 januari 2021 grammaire C (avoir) 1C

Klas 1C
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klas 1C

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag
Werkboek: chapitre 3: 10, 12 (en ligne)
Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CH - bron F (les heures) - phrases-clés DI
Leren: chapitre 3: vocabulaire AB
Maken/leren voor de volgende les
In werkboek: ex. 12, 13d (allebei en ligne), 13e in je WB
In LessonUp: Maak de paarse (basisstof) en gele (extra oefening)/blauwe (verdieping) opdracht uit LU 20/1
Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CG - bron F - phrases-clés DI
Leren: chapitre 3: vocabulaire AB + grammaire C (avoir)
Programme d'aujourd'hui
Ex. 10
Grammaire C (avoir)
Faire ex. 13

Slide 2 - Tekstslide

Ex. 10
Doel: Ik kan in het Frans vragen wanneer iemand jarig is 
en hier ook antwoord op geven
  • Af en toe krijg je een gesprekje te zien
  • Iedereen leest het gesprek door
  • Je kunt met een klasgenoot aan de beurt komen om het gesprek te voeren 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zeg je ...
Het is negentien juni?
A
C'est le dix-zéro juin
B
C'est le sept juin
C
C'est le seize juin
D
C'est le dix-neuf juin

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vraag je ...
Wanneer is de verjaardag van Claire?
A
C'est quand l'anniversaire de Claire?
B
C'est comment l'anniversaire de Claire?
C
C'est combien l'anniversaire de Claire?
D
C'est coûte l'anniversaire de Claire?

Slide 5 - Quizvraag

Hoe zeg je ...
Het is één augustus?
A
C'est le un août
B
C'est l'un août
C
C'est le premier août
D
C'est le deuxième août

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Doel: Ik kan iets vertellen over het werkwoord avoir
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Doel: Ik kan het rijtje van avoir opzeggen
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll


 avoir




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

r
rr
  • Als je < 6,5 staat voor Frans
  • Als je uitleg wilt over grammaire C (avoir)

  • Ex. 13ce maken + nakijken







  • Begin zelf aan ex. 12 (en ligne),  13e
  • Zometeen: nakijken ex. 11* & 13e

Klaar? Dan kun je de opdrachten met een blauw bolletje in LU gaan maken 

Leerwerk:
chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CH - bron F (les heures) - phrases-clés DI

Chapitre 3: vocabulaire AB - grammaire C

Slide 12 - Tekstslide

Ex. 13 ce
  • Avoir = onregelmatig ww
  • Welk ander onregelmatig ww kennen we?
  • être (= zijn)

  • uitspraak
  • 13e --> schrijf de vertaling bij 13a of in je schrift
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Toelichting opdrachten LU
extra oefening
- Als je extra wilt oefenen
- Als je de opdrachten moeilijk vindt
basisstof
- Dit moet je kennen/kunnen
- = op het niveau v.h. boek
- Om jezelf te testen
verdieping
- Als de andere opdrachten je goed afgaan
- Als je meer uitdaging/ net iets anders wilt

Slide 16 - Tekstslide

Toelichting opdrachten LU
1. Je maakt eerst de opdrachten met een 
2. Optie 1: Vind je het moeilijk? Dan: stof herhalen en daarna maken:
Optie 2: Geen fouten? Dan mag je daarna ook      proberen

Slide 17 - Tekstslide

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
deux heures et quart
deux heures moins le quart
deux heures et demie
deux heures 

Slide 18 - Sleepvraag

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
Il est deux heures et quart
Il est deux heures moins le quart
Il est deux heures et demie
Il est deux heures 

Slide 19 - Sleepvraag

Zet de tijden van vroeg naar laat (begin bij 12 uur 's middags):
(sleep blauw over rood)
1
2
3
4
5
il est sept heures et quart
il est trois heures et demie
il est midi
il est trois heures et quart
il est minuit et quart

Slide 20 - Sleepvraag

Het is half 12
Het is 10 voor 9
Het is tien voor half 5
Het is 5 over half 10
Il est dix heures moins vingt-cinq
Il est onze heures et demie
Il est neuf heures moins dix
Il est quatre heures vingt

Slide 21 - Sleepvraag

Regelmatige werkwoorden op ER: sleep de uitgangen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils / elles
E
ES
E
ONS
EZ
ENT

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Link

Doel: Ik kan iets vertellen over het werkwoord avoir
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Doel: Ik kan het rijtje van avoir opzeggen
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag
Werkboek: chapitre 3: 10, 12 (en ligne)
Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CH - bron F (les heures) - phrases-clés DI
Leren: chapitre 3: vocabulaire AB
Maken/leren voor de volgende les
In werkboek: ex. 12, 13d (allebei en ligne), 13e in je WB
In LessonUp: Maak de paarse (basisstof) en gele (extra oefening)/blauwe (verdieping) opdracht uit LU 20/1
Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CG - bron F - phrases-clés DI
Leren: chapitre 3: vocabulaire AB + grammaire C (avoir)
Programme d'aujourd'hui
Ex. 10
Grammaire C (avoir)

Slide 26 - Tekstslide