Basisstof 6: planteneters, vleeseters en alleseters

Thema 4: Voeding en vertering
Basisstof 6: Planteneters, vleeseters en alleseters
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4: Voeding en vertering
Basisstof 6: Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 1 - Tekstslide

Gal wordt gemaakt in de
A
speekselklier
B
maag
C
lever
D
galblaas

Slide 2 - Quizvraag

Wat doet een enzym?
A
Versnelt de stofwisseling door stoffen snel om te zetten in andere stoffen
B
Knipt de voedingsstoffen tot verteringsstoffen
C
Helpt bij de vertering van vetten
D
Maakt darmsap

Slide 3 - Quizvraag

Wat gebeurt er in de dikke darm?

Slide 4 - Open vraag

Het gebit
Bestaat uit snijtanden, hoektanden en kiezen.

Slide 5 - Tekstslide

Kroon: Dit is het zichtbare deel van de tand boven het tandvlees.
Tandvlees: Het zachte weefsel rond de tanden dat ze ondersteunt en beschermt.
Wortel: Dit is het deel van de tand dat in het kaakbot zit en de tand verankert.
Tandglazuur: De harde, beschermende buitenlaag van de tand, die bestaat uit mineralen.
Dentine: Dit is het weefsel onder het tandglazuur en maakt het grootste deel van de tand uit.
Pulpa: Het binnenste deel van de tand, gevuld met zenuwen en bloedvaten.
Tandbeen (cement): Een laag die de wortel bedekt en vergelijkbaar is met tandglazuur maar zachter.
Kroon: Dit is het zichtbare deel van de tand boven het tandvlees.
Tandvlees: Het zachte weefsel rond de tanden dat ze ondersteunt en beschermt.
Wortel: Dit is het deel van de tand dat in het kaakbot zit en de tand verstevigd.
Tandglazuur: De harde, beschermende buitenlaag van de tand, die bestaat uit mineralen.
Tandbeen (cement): Een laag die de wortel bedekt en vergelijkbaar is met tandglazuur maar zachter. Hierin bevind zich zenuwen en bloedvaten.

Slide 6 - Tekstslide

Tandbederf
Aantasting van tanden  en kiezen door tandplak of tanderosie.
Poetsen met fluoride!

Slide 7 - Tekstslide

Tanderosie:
Tanderosie gebeurt als het harde bovenlaagje van je tanden (dat heet glazuur) langzaam wordt weggesleten door zure dingen. 
Tandbederf:
Tandbederf, ook wel gaatjes genoemd, ontstaat wanneer kleine 
beestjes (bacteriën) op je tanden gaan zitten en daar suikerachtige 
dingen eten. Ze maken een soort zuur als afval, en dat zuur kan je 
tanden beschadigen. Het begint met een klein gaatje, en als je er 
niets aan doet, kan dat gaatje groter worden en je tand pijn doen.

Slide 8 - Tekstslide

Tandplak
Dus laagje aanslag dat dagelijks op tanden en kiezen komt.
Gevolg:
- Bacteriën zetten
suikers om in zuur. Dit
lost het glazuur op
- Tandplak kan
verkalken tot kalksteen
- Fluoride maakt het glazuur steviger.


Slide 9 - Tekstslide

Lesuur 6: C4G ( 12:40-13:25) lokaal 26.
Mededelingen:
- Telefoons uit zicht. Toch in beeld, dan neem ik het in. 
- Is er iemand aan het praten, dan zijn we stil. 
- Tijdens de uitleg zijn we stil. 
- Ben je afgeleid, dan krijg je een aparte zitplaats. 
- Ga je over mijn grens heen, door niet te werken/ ik moet blijven waarschuwen, dan volgt er uitstuur.

1.Er volgt een uitleg over Paragraaf 6 Planteneters / vleeseters en alleseters ( deel 2). Bladzijde 29 voor je pakken.
- Relatie eter / soort kies en lengte darmkanaal.

2. Ze gaan verder met de samenvatting.

3. Stel je vragen als je hulp nodig hebt.

Slide 10 - Tekstslide

Lesuur 7: C4D (13:25-14:10) lokaal 26
Mededelingen:
- De telefoons moeten weg.
- Laten we de rust bewaren.
- donderdag 18 Januari : Toets Biologie. Hoofdstuk 4 Voeding en vertering.
1.Er volgt een uitleg over Paragraaf 6 Planteneters / vleeseters en alleseters ( deel 2)
- Relatie eter / soort kies en lengte darmkanaal.
2. Ze gaan verder met de samenvatting.
3. Stel je vragen als je hulp nodig hebt.


Slide 11 - Tekstslide

Verschillen in het verteringsstelsel
Plantaardig voedsel is moeilijker verteerbaar dan dierlijk voedsel. 

Verschillen tussen: planteneters, vleeseters en alleseters.

Slide 12 - Tekstslide

Planteneters
- Lang darmkanaal
- Plooikiezen
- Vaak geen hoektanden

Sommige planteneters
zijn herkauwers

Slide 13 - Tekstslide

Vleeseters
- Darmkanaal is kort
- Knipkiezen
- Hoektanden zijn meestal groot, spits en scherp

Slide 14 - Tekstslide

Alleseters
- Darmkanaal is middellang
- Knobbelkiezen
- Hoektanden meestal aanwezig

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welk voedsel is moeilijker te verteren?
A
Plantaardig voedsel
B
Vlees

Slide 17 - Quizvraag

Welke kiezen hebben een paard?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen
D
Hoektanden

Slide 18 - Quizvraag

Wat eet een alleseter?
A
Dierlijk voedsel
B
Plantaardig voedsel
C
Dierlijk en plantaardig voedesel
D
Hij drinkt alleen

Slide 19 - Quizvraag

Is het darmkanaal van een hond kort of lang
A
Lang
B
Kort

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een kat?
A
Alles eter
B
Planten eter
C
Vleeseter

Slide 21 - Quizvraag