KUA begrippen Drama

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst, DramaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Functie
  • Maatschappelijk: Bedoeld om actuele onderwerpen die spelen in de samenleving onder de aandacht te brengen.
  • Amuseren: Om het publiek een leuke plezierige avond te bezorgen.
  • Overtuigen: Het overtuigen van het publiek van een mening of gedachte.
  • Informeren: Informatie overbrengen, iets aanleren (educatief).
  • Verbinden: Groepen mensen met elkaar verbinden (bv. wijksafari.nl).

Slide 2 - Tekstslide

Theatervormen
  • TRAGEDIE: Komt uit de Griekse traditie. Overdreven spel met veel dood, verderf, haat en liefde. 
  • KOMEDIE / BLIJSPEL: Komisch van aard. Bedoeld voor de lach. 
  • MUSICAL: Spel gecombineerd met zang en dans. 
  • MIME: Spel zonder tekst, nadruk ligt op non verbaal spel en beeld
  • PANTOMIME: Alles wordt (vrij letterlijk) uitgebeeld 
  • POPPENSPEL: Spel wordt gespeeld door poppen te gebruiken. 
  • HORROR: Eng bedoeld, om de toeschouwer bang te maken. 
  • PERFORMANCE: een verzamelnaam voor voorstellingen op het raakvlak tussen theater en beeldende kunst.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

duizenden jaren geleden werden er al 
theaters gebouwd
met tribunes, een speelvlak, coulissen, podium, backstage, decor, akoestiek, ...

Slide 6 - Tekstslide

Welke theatertermen
zie je hier allemaal?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

IMPROVISEREN  doe je zo:



* SPELAANBOD doen (tekst en/of handeling)
* ACCEPTEREN (niet blokkeren)
* INCASSEREN (wat vindt jouw personage hier van?)
* REAGEREN (op wat je tegenspeler zegt, en hoe dat gezegd wordt)

Slide 9 - Tekstslide

er zijn 4 basis emoties: 
BOOS - BEDROEFD - BANG - BLIJ

Slide 10 - Tekstslide

timer
0:20
welke EMOTIES
zijn er allemaal af te
leiden uit die 4 basis emoties?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vul over jou zelf een DOEL, MOTIEF, CONFLICT, STRATEGIE in (dus niet vanuit een personage, maar vanuit je zelf):
"Ik wil.... omdat...., maar.... dus...."

Slide 15 - Open vraag

Vul nu een DOEL, MOTIEF, CONFLICT, STRATEGIE in vanuit een verzonnen personage:
"..... wil.... omdat...., maar.... dus...."

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Er zijn 4 soorten "conflicten",
namelijk:
A
mimiek, houding, beweging, actie
B
non verbaal, verbaal, fysiek, ruzie
C
innerlijk, onderling, object, omgeving
D
verleden, heden, toekomst, nu

Slide 20 - Quizvraag

Een "tableau" is:
A
een stilstaand plaatje met houding en mimiek, zonder beweging en geluid
B
een decor met verschillende attributen en lichteffecten
C
een extreme emotie die steeds groter gespeeld wordt
D
de onzichtbare wand tussen de acteurs en het publiek

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Bedenk zelf de basis voor een scene met de 5W's en vul in:
wie-wat-waar-wanneer-waarom

Slide 23 - Open vraag

Vaktermen uit film & fotografie:

* KADER: totaal - medium - close up
* PERSPECTIEF: kikker - vogel - ooghoogte

Let verder op:
- mobieltje liggend houden (horizontaal)
- licht (geen tegenlicht)
- achtergrond (wat is allemaal in beeld?)
- maak een aantal foto's, kijk kritisch en kies de beste

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide