Het ontstaan van de kalender

Het ontstaan van de kalender
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalAardrijkskundeBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het ontstaan van de kalender

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Link

Wie draait nou om wie?
A
De aarde draait om de maan.
B
De maan draait om de aarde.
C
De aarde en de maan draaien om de zon.
D
De zon draait om de aarde en de maan.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is waar?
A
De aarde draait om haar eigen as.
B
De maan draait om haar eigen as.
C
De aarde draait niet om haar eigen as.
D
De maan draait niet om haar eigen as.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe komt het dat je de maan soms zo goed verlicht ziet?
A
Omdat de maan licht geeft.
B
Omdat de aarde de maan verlicht.
C
De zon verlicht de maan.
D
Satelieten in de ruimte verlichten de maan.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Link

Wat is een schrikkeljaar?
A
Een jaar met 364 dagen
B
Een jaar met 365 dagen
C
Een jaar met 366 dagen
D

Slide 8 - Quizvraag

Waar komt het woord schrikkel in schrikkeljaar vandaan?
A
Scricken (Met grote passen lopen)
B
Schrikken (onrust krijgen)
C
Schriel (mager)
D
Strikken (vastmaken)

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Schrikkeleeuw
In de Juliaanse kalender, is ieder jaartal dat deelbaar is door 4 een schrikkeljaar. Het gemiddelde kalenderjaar telt daardoor exact 365,25 dagen. Een tropisch jaar duurt echter ongeveer 365,2422 dagen. De Juliaanse datum loopt op die manier per duizend jaar ongeveer 7,8 dagen achter op de zon. 
In de Gregoriaanse kalender is het systeem van schrikkeljaren aangepast om dit probleem op te lossen. Elk jaartal dat deelbaar door 4 is een schrikkeljaar, behalve als het jaartal wel deelbaar is door 100, maar niet door 400. Dat betekent dat bijvoorbeeld 1600, 2000 en 2400 schrikkeljaren zijn, maar 1700, 1800, 1900, 2100, 2200 en 2300 niet.

Slide 11 - Tekstslide


Waarom zijn er seizoenen?
A
De aarde draait om de zon
B
De zon draait om de aarde
C
De aarde staat schuin
D
De zon schijnt

Slide 12 - Quizvraag

Hoe vaak komen schrikkeljaren voor?
A
Eens in de 2 jaar.
B
Eens in de 4 jaar.
C
Eens in de 10 jaar.
D
Eens in de 16 jaar.

Slide 13 - Quizvraag

Weetjes over schrikkeldag
  • De kans dat je geboren wordt op schrikkeldag is één op 1.461
  • Jaarlijks zijn er zo'n 11.000 Nederlanders op 29 februari jarig
  • De verjaardag van een ‘schrikkelkind’ wordt op 28 februari of op 1 maart gevierd. Juridisch gezien is een schrikkelkind pas een jaar ouder op 1 maart
  • Schrikkeljarigen mogen officieel niet zelf kiezen op welke dag ze hun verjaardag vieren. Je kunt namelijk precies uitrekenen op welke stand de zon stond op het moment van je geboorte. Je geboorteuur valt dus gewoon op een andere dag en zo kun je uitrekenen of je op 28 februari of op 1 maart een kaarsje uit mag blazen
  • Op de 29e worden iets minder kinderen geboren dan op andere dagen in februari




Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel dagen zitten er in een maand? 


Slide 15 - Tekstslide

Truckje voor de maanden
  • Knokkels (31 dagen)
  • Kuiltjes (30 dagen)

Slide 16 - Tekstslide

Bepalen of een jaar een schrikkeljaar is
Volg deze stappen om te bepalen of een jaar een schrikkeljaar is:
  1. Als het jaar gelijkmatig deelbaar is door 4, ga dan naar stap 2. Ga anders naar stap 5.
  2. Als het jaar gelijkmatig deelbaar is door 100, ga dan naar stap 3. Ga anders naar stap 4.
  3. Als het jaar gelijkmatig deelbaar is door 400, ga dan naar stap 4. Ga anders naar stap 5.
  4. Het jaar is een schrikkeljaar (het heeft 366 dagen).
  5. Het jaar is geen schrikkeljaar (het heeft 365 dagen).

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide