Ravj H6.2 (Box 1 en 3)

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 4 - Werk aan de winkel!
Exameneenheid arbeid en productie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 4 - Werk aan de winkel!
Exameneenheid arbeid en productie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling
  • Hoofdstuk 6.2 deel 1
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Belastbaarinkomen
Het inkomen dat overblijft na de aftrekposten en bijtellingen noemen we het belastbaar inkomen.

Schematisch kan je dat alvolgt weergeven:
Bruto jaarinkomen
Bijtellingen         +
Aftrekposten      -
Belastbaarinkomen

Slide 3 - Tekstslide

Belastbaar inkomen berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Wat kan ik hier mee?
Nu hebben we ons belastbaar inkomen, maar hoeveel belasting moet ik nu betalen over mijn inkomen?

Slide 5 - Tekstslide

3 soorten belastingtarieven
  • Degressieve belasting = Naarmate je meer verdient, betaal je procentueel minder belasting.
  • Proportionele belasting =  Naarmate je meer verdient, betaal je procentueel evenveel belasting.
  • Progressieve belasting = Naarmate je meer verdient betaal je procentueel meer belasting.

Slide 6 - Tekstslide

Belastingtarieven
1 Proportioneel (vlak) / 2 Progressief / / 3 Degressief
A
Proportioneel
B
Progressief
C
Degressief

Slide 7 - Tekstslide

Welk belastingtarief hebben we in Nederland voor de inkomstenbelasting? Waaruit kan je dat opmerken?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

BELASTING OVER JE VERMOGEN
box 3

Slide 10 - Tekstslide

Box 3 - Vermogensrendementsheffing

  • De inkomstenbelasting in box 3 noem je ook wel vermogensrendementsheffing.
  • Box 3 van de inkomstenbelasting gaat over inkomen uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen.  
  • Bij deze belasting doet de overheid alsof je per jaar een bepaald percentage verdient aan rente met je spaargeld of winst op je belegging. Dit noem je het fictief rendement

Slide 11 - Tekstslide

Box 3- Heffingsvrij vermogen
Het eerste deel van je spaargeld is belastingvrij.
Dit heet het heffingsvrij vermogen.
Alles daarboven wordt wel belast. Heb je minder spaargeld dan het heffingsvrij vermogen, dan betaal je in box 3 geen belasting.

Slide 12 - Tekstslide

Box 3

Slide 13 - Tekstslide

Heffingskorting
Van de belasting die je in box 1 en box 3 hebt berekend, gaat nog heffingskorting af.

Berekening:
Verschuldigde inkomstenbelasting =
belasting box 1 + belasting box 3 - heffingskortingen

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maken paragraaf 6.2
Klaar? Herhalingsopdrachten 6.1

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maken tot en met opdracht 5 (bladzijde 174, 175 en 176
Klaar? Herhalingsopdrachten 7.1

Slide 16 - Tekstslide