Economie 5.2

Een Amerikaanse toerist komt naar Amsterdam. Is er sprake van Import of Export?
A
Import
B
Export
C
Geen van beide
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een Amerikaanse toerist komt naar Amsterdam. Is er sprake van Import of Export?
A
Import
B
Export
C
Geen van beide

Slide 1 - Quizvraag

Wat betekend wederuitvoer?

Slide 2 - Open vraag

In de EU zijn geen invoerrechten.
Wat zijn invoerrechten?
A
belasting over spullen uit het buitenland
B
belasting over spullen naar het buitenland
C
een soort BTW
D
Exportbelastingen

Slide 3 - Quizvraag

Een voorbeeld van een protectiemaatregel is contingentering. Wat is contingentering?
A
Het heffen van extra belastingen op invoerproducten
B
Het stellen van een beperkte hoeveelheid van invoerproducten
C
Het stellen van extra strenge regels op invoerproducten
D
Het verbieden van invoer van bepaalde producten

Slide 4 - Quizvraag

INTERNATIONALE HANDEL
De internationale handel groeit nog steeds:
  • Communicatie: door internet kunnen we razendsnel informatie delen.
  • Transport: Schepen, vliegtuigen worden steeds groter. 
  • Infrastructuur: Iedere dag worden er steeds meer wegen gebouwd. 

Slide 5 - Tekstslide

Open economie: Land in verhouding veel import en export
Gesloten economie: Land in vehouding weinig import en export.

Slide 6 - Tekstslide

De europese unie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Europese Unie
De Europese Unie is een belangrijke afzetmarkt voor veel bedrijven in ons land.

 
Dat komt:
  • doordat er binnen de EU vrijhandel is
  • door de gunstige ligging van Nederland in Europa.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Afspraken binnen de EU
  • Vrij verkeer van goederen en diensten -->


  • Vrij verkeer van personen -->


  • Vrij verkeer van kapitaal ---> 

Slide 11 - Tekstslide

Nederland mag zonder beperkingen exporteren naar andere EU-landen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Welk land behoort niet tot de EU?
A
Nederland
B
Roemenië
C
Portugal
D
Zwitserland

Slide 13 - Quizvraag

Je mag in ieder land in de EU een spaarrekening openen. Welke afspraak is dit?
A
Vrij verkeer van personen
B
Vrij verkeer van goederen
C
Vrij verkeer van kapitaal

Slide 14 - Quizvraag

Nederlanders die in Engeland zijn gevestigd moeten misschien weer in Nederland gaan wonen. Welke afspraak vervalt met Engeland door de Brexit?
A
Vrij verkeer van personen
B
Vrij verkeer van goederen
C
Vrij verkeer van kapitaal

Slide 15 - Quizvraag

EMU
Europese Monetaire Unie.
Landen met de euro als
wettig betaalmiddel.

Monetaire = Munteenheid

Slide 16 - Tekstslide

EMU
Voordelen van de euro binnen de EMU-landen:
  • je kan de prijs van producten beter met elkaar vergelijken
  • je hebt geen kosten voor het omwisselen van valuta

Slide 17 - Tekstslide

Europese Monetaire Unie
Voorwaarden om deel te nemen aan de EMU:
  • In de EMU zijn afspraken gemaakt over de staatsschuld.
  • In de EMU zijn afspraken gemaakt over het begrotingstekort.
  • In de EMU zijn afspraken gemaakt over de maximale inflatie.

Slide 18 - Tekstslide

Europese centrale bank
  • De waarde van de euro bewaken. Prijsstabiliteit 
  • de hoogte van de rente vaststellen die banken moeten betalen.
  • het in omloop brengen van nieuwe  bankbiljetten

Slide 19 - Tekstslide

Het is voor alle EU-landen gemakkelijk om met elkaar te handelen, omdat ze dezelfde munt hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

In Polen, Griekenland, Nederland en Spanje kun je met de
euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Alle EMU-landen zijn lid van de EU.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Afsluiting
- Je weet welke afspraken er binnen de EU zijn.
-Je weet wat de taken van de ECB (Europese centrale bank) zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Noem twee taken van de Europese centrale bank.

Slide 24 - Open vraag

Welke 3 vrijheden zijn er binnen de EU? 1. Vrij verkeer van ....

Slide 25 - Open vraag