Examen auditivo A1 versión roja

Examen auditivo de español de U1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansWOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examen auditivo de español de U1

Slide 1 - Tekstslide

Nodig: pen en papier (je moet je antwoorden op papier schrijven)

 
Lees de instructie bij elke opdracht goed.

Je hebt 20 minuten de tijd.

Luister de fragmenten niet vaker dan de instructie aangeeft, want dan kom je tijd te kort tijdens de toets.
Je kan niet terug naar de opdracht!
Mucha suerte

Slide 2 - Tekstslide

Om even in te komen
Je hoort nu een fragment.
Hier krijg je geen vragen over.
Als je het fragment hebt gehoord, lees dan de vraag voor het echte eerste fragment.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
Welke taal spreekt de meneer?
a) Spaans
b) Nederlands
c) Frans

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 2
 Welke vraag wordt er in het Spaans gesteld?
a) Waar je vandaan komt.
b) Welke nationaliteit je hebt.
c) Waar je woont.


Slide 5 - Tekstslide

Vraag 3
Uit welk land komt Carlos?
a) Uit Argentinië
b) Uit Spanje.
c) Uit Mexico


Slide 6 - Tekstslide

Vraag 4
Wie woont er in Ávila?
a) De vader
b) De broer
c) De oom


Slide 7 - Tekstslide

Vraag 5 
Beantwoord in het Nederlands:

a) ¿Cómo se llama la chica?

b) ¿Qué le gusta mucho de su colegio?

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 6
Kruisje zetten bij zinnen die je hoort.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 7 

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 8
Wie heet ook Alberto?
a) zijn opa
b) zijn vader
c) zijn broer

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 9
¿Welke nationaliteit heeft hij?
a) Duits en Italiaans.
b) Nederlands en Italiaans.
c) Spaans en Italiaans.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 10
Waar woont Alberto?
a) Barcelona
b) Rome
c) Madrid

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 11
Welk huisdieren heeft Alberto?
a) Konijnen.
b) Katten.
c) Honden.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 12
Waar houdt Alberto van?
a) Sporten en muziekinstrument spelen
b) Muziek luisteren en bij vrienden zijn.
c) Netflix kijken en muziek maken.
.


Slide 15 - Tekstslide

Vraag 13
Welke 2 boeven worden er omschreven? 
Omcirkel de twee namen op je antwoordblad.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide