WIN 5B Toetsbespreking etc

WIN - Programmeren voor Windows
Micro:bit
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WIN - Programmeren voor Windows
Micro:bit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik feedbackmoment

🟩 Top 8              >     kort doornemen
⬛ Bottom 11    >     uitgebreid bespreken  
Klik voor antwoord
Hier komt het antwoord 😃

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Bij programmeren is er een vrij belangrijk concept wat begrepen moet worden. Welk woord hoort op de plaats van het vraagteken? 
 

? -> process -> output"
Input

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Een lopende band in een fabriek gaat pas draaien nadat de sensoren van de band detecteren dat er exact het juiste gewicht is gedetecteerd.
 
Wat is in het geval van de lopende band de output?"
De motoren / het draaien van de band / ...

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Langs de weg staat een snelheidsmeter die aangeeft of er te hard of te zacht gereden wordt, door middel van respectievelijk een verdrietige gezichtje, of een blij gezichtje.


Wat is de input voor deze snelheidsmeter?"
Sensor / snelheid van de auto / ...
NIET: accelerometer

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"In een computer game kun je met je wapen alleen schieten als je nog kogels hebt. Je drukt op de schietknop maar er gebeurt niks.  


Beschrijf hierin het proces?"
Check ammo. Wanneer <= 0: niet schieten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nee (leeftijd is NIET groter dan 17)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variabele

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sprite. Dit is het stukje geheugen dat we een naam hebben gegeven hierin stoppen we een gehele sprite.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"In het programmeren hebben we de mogelijkheid om waardes op te slaan als een variabele of als constante. Leg in het kort uit wat het verschil is tussen deze twee.
"
Variabele: kan veranderen.
Constante: altijd hetzelfde.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

45 >= 45
TRUE

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

30 == 29 || 1 < 5
Zie volgende dia's

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

30 == 29 || 1 < 5
FALSE
TRUE
||

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

30 == 29 || 1 < 5
FALSE
FALSE
||
TRUE

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15 > 15 && 7 <= 7
FALSE

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)
Zie volgende dia's

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)
TRUE
FALSE
||
(
)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)
TRUE
(
)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)
TRUE
FALSE
&&
(
)
(
)
TRUE

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)
TRUE
FALSE
&&
(
)
(
)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(100<101 || 20==25) && (20>=20 && 49>50)
TRUE
FALSE
&&
(
)
(
)
FALSE

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

Zie volgende dia's

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

TRUE
TRUE
&&
(
)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

TRUE
)
(

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

TRUE
FALSE
TRUE
&&
)
&&
(

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

100 < 101 && (20 >= 20 && 5 < 7) && 49>50

TRUE
FALSE
TRUE
&&
)
&&
(
FALSE

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Wanneer wordt de code in een 'else' blok uitgevoerd?
"
1pt = Als álle andere if / else if niet voldaan zijn
0,5pt = De eerste if was niet waar

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaar, want die komt zowel bij 2 als bij 3.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A, want leeftijd is groter dan 17.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


< Aan
                 = 1 knipper
< Uit

Index:
0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


< Aan
                 = 1 knipper
< Uit

Index:
0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10
(1 2  3  4  5  6  7  8  9 10 11)
11x dus

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


< Aan
                 = 1 knipper
< Uit

Index:
0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


< Aan
                 = 1 knipper
< Uit

Index:
0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10
(                   1  2  3  4  5  6)
6x dus

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Repeat: als je precies weet hoe vaak iets moet gebeuren.
While: als je alleen een voorwaarde weet.

NIET: 'terwijl' je iets anders doet

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En verder...
Verder afmaken opdrachtkaarten / Opdracht Kitt

Slide 35 - Tekstslide

  • Doe eerst even kleine demo zelf
  • Daarna delen met studenten en zij loggen in op de classroom
  • Daarna de opdrachtkaart 1a maken, in de classroom ook zodat ik het kan volgen