hoe wordt een auto gemaakt

1 / 17
volgende
Slide 1: Video
Begrijpend luisterenBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Hoeveel autofabrieken zijn er in Nederland?
A
0
B
1
C
2
D
10

Slide 2 - Quizvraag

de auto is een bouwpakket
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel robots werken er in de fabriek
A
300
B
1000
C
1300
D
0

Slide 4 - Quizvraag

waarvan worden de auto's gemaakt?
A
grote rollen staal
B
grote rollen ijzer
C
grote rollen zilver
D
grote rollen alluminium

Slide 5 - Quizvraag

wie zet de motorkap in elkaar?
A
robot
B
een man
C
een computer

Slide 6 - Quizvraag

hoe weten de robots wat ze moeten doen?
A
mensen besturen de robots
B
de computer bestuurt de robots
C
dat weten de robots gewoon

Slide 7 - Quizvraag

hoe heet de wachtruimte voordat de auto's naar de lakstraat gaan?
A
de wachtruimte
B
de buffer
C
wachtstraat

Slide 8 - Quizvraag

wat doen ze in de lakstraat
A
de auto's schoonmaken
B
de auto's een kleurtje geven
C

Slide 9 - Quizvraag

hoe halen ze het stof van de auto's af
A
met een stofzuiger
B
met veren van een vogel
C
met stofdoekjes

Slide 10 - Quizvraag

als de lak op de auto zit
A
gaat hij in de droogoven
B
is hij klaar

Slide 11 - Quizvraag

waar controleren ze of de lak goed op de auto zit
A
lichttunnel
B
droogoven

Slide 12 - Quizvraag

De auto heeft een kleurtje gekregen.
Hoeveel onderdelen moeten er nu nog in de auto?
A
2000
B
3000
C
4000
D
5000

Slide 13 - Quizvraag

Elke auto heeft een uniek nummer. Wat betekent uniek in deze zin?
A
het nummer is alleen voor deze auto
B
alle auto's hebben hetzelfde nummer
C
dezelfde soort auto's hebben hetzelfde nummer

Slide 14 - Quizvraag

wat is het belangrijkste onderdeel van de auto
A
de wielen
B
de motor
C
het stuur
D
de deuren

Slide 15 - Quizvraag

wat gebeurt er met de auto voordat hij de fabriek uit gaat?
A
hij wordt gewassen
B
hij wordt aangezet
C
hij wordt getest

Slide 16 - Quizvraag

waarom gaat de auto in een douche
A
om hem schoon te maken
B
om te kijken of hij waterdicht is

Slide 17 - Quizvraag