*Woordenschat 5, vwo 2

Woordenschat H5 
Uitdrukkingen uit de Bijbel en de mythologie


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H5 
Uitdrukkingen uit de Bijbel en de mythologie


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert verschillende Bijbelse en mythologische uitdrukkingen herkennen en begrijpen en je vergroot je woordenschat.

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht klassikaal bespreken
Woordenschat H5, blz. 144

Slide 3 - Tekstslide

Uitdrukkingen uit de Bijbel of mythologie
Veel uitdrukkingen en woorden die wij vaak gebruiken komen uit het christelijke geloof (of de Bijbel).

Ook kennen we veel uitdrukkingen en woorden die afkomstig zijn uit de Romeinse en Griekse mythologie met hun ijdele, boze of wraakzuchtige goden!

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 en 2 in twee- of drietallen.
Noteer de betekenis van de uitdrukkingen
Noteer het verhaal van herkomst in steekwoorden of een korte zin 

Je krijgt hier 20 minuten de tijd voor. 

Slide 5 - Tekstslide

De barmhartige samaritaan
(een) barmhartige samaritaan: een persoon die zich belangeloos over iemand anders ontfermt

Herkomst: De uitdrukking barmhartige samaritaan gaat terug op een Bijbelverhaal in Lucas 10: 30-39. Een Samaritaan is iemand uit Samaria, een gebied in het Bijbelse Israël. In de tijd waarin het Nieuwe Testament zich afspeelt, hadden Samaritanen een slechte reputatie. Maar in Lucas vertelt Jezus een verhaal waarin juist een Samaritaan een overvallen en gewonde reiziger helpt, nadat een priester en een andere vrome man het slachtoffer genegeerd hebben. 

Slide 6 - Tekstslide

benjamin >>>           
 de jongste zoon uit een gezin


Herkomst: de jongste van de twaalf zonen van aartsvader Jacob heette Benjamin.

Slide 7 - Tekstslide

een roepende in de woestijn
een roepende in de woestijn: iemand die voortdurend waarschuwt voor dreigend gevaar, maar naar wie niet geluisterd wordt

Herkomst: Van de profeet Johannes, de leraar van Jezus, wordt gezegd, dat hij in de woestijn doopte en predikte. Het is echter onduidelijk waarom de zegswijze deze betekenis heeft gekregen, want naar Johannes werd wel degelijk geluisterd.

Slide 8 - Tekstslide

sodom en gomorra
plaatsen van ernstig geestelijk, moreel en zedelijk verval

Herkomst: Sodom en Gomorra waren twee steden in Kanaän (het beloofde land; het gebied dat deels samenvalt met wat nu Israël is) die bekend stonden om de ‘verdorvenheid’ (het zondige leven) van hun inwoners (Genesis 18-19). 

Slide 9 - Tekstslide

achilleshiel
een fatale zwakke plek in iets wat verder onkwetsbaar is

Herkomst: De Griekse held Achilles werd na zijn geboorte door zijn moeder in de rivier de Lethe ondergedompeld om hem onkwetsbaar te maken. Zij moest hem wel ergens vasthouden: bij de pees in zijn hiel. Die plek werd  niet nat en was dus de enige plek waar Achilles verwond kon worden. En dat gebeurde dan ook tijdens de Trojaanse oorlog.

Slide 10 - Tekstslide

homerisch gelach
een schaterend, onbedaarlijk gelach

Herkomst: Homerus heeft het in de Ilias, boek 1, vers 599, en in de Odyssee, boek VIII, vers 326, over een aanhoudend gelach van de goden. 

Slide 11 - Tekstslide

odyssee
zwerftocht (over de wereld)

Herkomst: Direct afgeleid van Odysseus en de Odyssee (boek) van Homerus, waarin verteld wordt hoe Odysseus na de tien jaar durende Trojaanse oorlog nog eens tien jaar moest rondzwerven, voordat hij kon terugkeren naar zijn eiland Ithaka.

Slide 12 - Tekstslide

een tantaluskwelling
een erg naar gevoel omdat iets wat je heel graag wilt, bereikbaar schijnt en toch voor altijd onbereikbaar blijft


Tantalus wordt voor zijn hoogmoed gestraft door Zeus: hij moet in de onderwereld eeuwig tot aan zijn kin in het water staan, terwijl hij een ontzettende dorst heeft. Telkens als hij een slok wil nemen, zakt het water. Ook zijn honger kan hij niet stillen. Er hangen heerlijke vruchten aan takken boven zijn hoofd, maar telkens als hij die wil plukken, jaagt een wind de takken van hem vandaan. 

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2

Slide 14 - Tekstslide

1. Een teken aan de wand 
1 een teken aan de wand (bijbel): een dreigende waarschuwing; iets wat tot grote bezorgdheid stemt.


Naar Daniël 5:25; in dat Bijbelboek wordt verteld hoe de koning van Babylon een groot feestmaal aanricht. De koning laat de aanwezigen drinken uit de gouden en zilveren bekers die zijn vader Nebukadnessar uit de tempel van Jeruzalem had meegenomen, iets wat als heiligschennis gold. Dan verschijnen er ineens vingers van een mensenhand, die iets op de muur schrijven. De koning noch zijn raadgevers kunnen de tekens lezen. De Joodse balling Daniël wordt ontboden om uitleg te geven. Daniël zegt: ‘Dit is wat er geschreven staat: Menee, menee, tekeel oefarsien. En dit is wat het betekent: God heeft de dagen van uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt. U bent gewogen en te licht bevonden. Uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en de Perzen gegeven.’ Deze woorden worden al snel waarheid: de koning wordt diezelfde nacht gedood, en zijn rijk komt in Perzische handen. (bron: Onze Taal)

Slide 15 - Tekstslide

2. sisyfusarbeid 
(een) sisyfusarbeid (mythologie): zware, nutteloze arbeid waar nooit een eind aan komt. 

Naar de mythe van Sisyfus (Sisyphos) die eindeloos een zwaar rotsblok tegen een berg moest oprollen, dat echter telkens als Sisyfus bijna boven was, weer naar beneden rolde.

Slide 16 - Tekstslide

3. het zwaard van Damocles
het zwaard van Damocles (mythologie) : een voortdurend dreigend gevaar

Naar het verhaal van de hoveling Damocles die zijn heer Dionysius de oudere (4e eeuw voor Christus) bewonderde en benijdde om zijn macht en rijkdom. Damocles mocht één dag koning zijn, maar Dionysius hing wel een zwaard aan een dunne paardenhaar boven zijn hoofd. Daarmee wilde Dionysius duidelijk maken dat macht een negatieve kant heeft; iemand met macht wordt vaak van allerlei kanten bedreigd; zie Groot Uitdrukkingen Woordenboek van Van Dale).

Slide 17 - Tekstslide

4. Babylonische spraakverwarring
een babylonische spraakverwarring (bijbel): een toestand, vooral in een vergadering, waarbij men elkaar niet meer begrijpt, doordat iedereen door elkaar praat.

Naar de Babylonische spraakverwarring die ontstond bij de bouw van de toren van Babel (Genesis 11:1-9).

Slide 18 - Tekstslide

5. een pyrrhusoverwinning
een pyrrhusoverwinning (mythologie): schijnsucces; een overwinning waarbij de winnaar zeer veel verliezen lijdt

Naar het verhaal van de Griek Purros, koning van Epicurus, die tweemaal de Romeinen versloeg, maar daarbij zeer zware verliezen leed.

Slide 19 - Tekstslide

6. zijn handen in onschuld wassen
zijn handen in onschuld wassen (bijbel): verklaren onschuldig te zijn

Rituele handwassing is bij veel godsdiensten een gebruik en staat voor innerlijke reinheid. De uitdrukking is vooral bekend geworden door het verhaal van Pilatus, die vond dat Jezus onschuldig was, maar hem toch liet kruisigen, omdat het volk daarvoor koos. Hij verklaarde toen dat hij zijn handen in onschuld waste (Mattheus 27:24).

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 3
Klassikaal maken we opdracht 3 

Slide 21 - Tekstslide

1. beaamt
2. speculatief
3. lexicon
4. gissen
denkbeeldig; niet zeker 
woordenschat
raden
geeft toe; bevestigt

Slide 22 - Sleepvraag

5. prognose
6. tendensen
7. voorziet
8. evolueert
ontwikkelingen; neigingen; richtingen waarin een ontwikkeling gaat 
voorspelling
zich ontwikkelt; verandert 
verwacht dat er gaat gebeuren; voorspelt 

Slide 23 - Sleepvraag

9. linguïst
10. preposities
11. reductie
12. kanttekening
opmerking; voorbehoud 
vermindering; versimpeling 
taalkundige
voorzetsels 

Slide 24 - Sleepvraag

13. Slavische 
14. geconserveerd
15. arbitrair
16. boosdoener
van de Slaven, een volksstam in Oost-Europa waartoe bijvoorbeeld Russen, Polen en Serviërs behoren 
willekeurig
degene die iets kwaads of slechts doet; schurk; boef 
behouden; bewaard 

Slide 25 - Sleepvraag

17. collocaties
18. variabele
19. teloorgang
20. futuristische
toekomstige
niet vaste 
vaste verbindingen; vaste combinatie (van woorden)
verloren gaan; verdwijnen 

Slide 26 - Sleepvraag

21. fonetische
22. visionair
23. inferieur
iemand die in de toekomst blikt en daar voorspellingen over doet 
slecht; van slechte kwaliteit 
op de klanken betrekking hebbend 

Slide 27 - Sleepvraag

Opdracht
1) Zorg dat alle antwoorden goed in je schrift staan (bekijk deze les zo nodig nog een keer).
2) Maak opdracht 3.2 en 5 

Slide 28 - Tekstslide