3.1: Koning en rijke burgers

- start H3: wat weet je hier nog over te vertellen
1) Ik weet hoe Nederland een koninkrijk werd
2) Ik weet wat er veranderde door de nieuwe grondwet


-Instructie met lesson-up 


KGT: HB lezen blz 44 en 45. WB blz 60 t/m 63, maken opdr: 1 t/m 8 en 10

Kan ik antwoord geven op het doel?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

- start H3: wat weet je hier nog over te vertellen
1) Ik weet hoe Nederland een koninkrijk werd
2) Ik weet wat er veranderde door de nieuwe grondwet


-Instructie met lesson-up 


KGT: HB lezen blz 44 en 45. WB blz 60 t/m 63, maken opdr: 1 t/m 8 en 10

Kan ik antwoord geven op het doel?

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijkste punten:
- waterkracht/ stoommachine
- toename producten
- groot verschil rijk / armoede
- kiesrecht
- koloniën en grondstoffen

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Koning en rijke burgers

Slide 3 - Tekstslide



Voor 1815 hoort Nederland bij Frankrijk.

Napoleon is keizer. 

Slide 4 - Tekstslide

In 1815 wordt Napoleon verslagen.

Slide 5 - Tekstslide

Na de franse bezetting werden Belgie en Nederland samen 1 land:

het Verenigd koninkrijk der Nederlanden.

Slide 6 - Tekstslide

Willem I
was de koning,

maar luisterde niet naar ministers en
volksvertegenwoordigers.



Slide 7 - Tekstslide

Willem I: De koopman koning
Willem I deed veel voor de handel in zijn koninkrijk zodat er meer geld kon worden verdiend.
  • Hij liet spoorlijnen en kanalen bouwen,
  • 1e stoomtrein!
  • Nederlandse handelsmaatschappij
        > handel met Indonesië.




Slide 8 - Tekstslide

Er zijn verschillen tussen Belgie en Nederland. Dit zorgt voor problemen.
Belgie:  
  • spreekt vlaams/frans 
  • de meeste mensen zijn katholiek 



Nederland: 
  • spreekt Nederlands 
  • de meeste mensen zijn protestants 
  • Willem I trekt Nederland voor.

Slide 9 - Tekstslide

1830


Belgie komt in opstand en wordt onafhankelijk in 1830.


Slide 10 - Tekstslide

Toen zijn zoon Willem II koning werd, 

vroeg een groep rijke burgers, de liberalen, of de volksvertegenwoordigers meer macht konden krijgen. 



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Liberalen wilden:
-  meer vrijheid,

- minder macht voor de koning

- en meer macht voor ministers en volksvertegenwoordigers.

Slide 13 - Tekstslide

Overal in Europa waren revoluties tegen koningen. 

Willem II gaf de liberalen hun zin.

Slide 14 - Tekstslide

In 1848 
schreef meneer Thorbecke de grondwet

  • Koning mag niks meer zelf beslissen, ministers besturen het land
  • maar een nieuwe wet moet worden goedgekeurd door de tweede kamer
  • Er komen verkiezingen 

In die tijd alleen stemmen als je bepaald bedrag aan belasting betaalde.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag:

KGT: HB blz 56, 57
1)HB lezen blz 44 en 45
2) WB blz 60 t/m 63, maken opdr: 1 t/m 8 en 10

Klaar=zelfstandig nakijken



timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie:
1)Kan ik antwoord geven op het doel?

Begrippen: kiesrecht, liberalen, volksvertegenwoordiging

Slide 18 - Tekstslide

Hoe gaat het nu in Nederland?

Slide 19 - Tekstslide