1.5 De juiste plek voor iedere plant

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Vergroening stedelijke omgevingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplan
  • Terugkijken naar les 1.4
  • Leerdoelen
  • Wat staat er in een beplantingsplan
  • Verschillende soorten planten
  • Plantverbanden
  • Grond gebruiksklaar maken
  • Onderhoudskosten berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Welke van deze materialen laat het meeste water door aan de grond. Sleep ze van veel naar weinig
Hout
Strooisel
Gras
Klinkers

Slide 3 - Sleepvraag

Welke 2 verbanden zie je op de foto

A
Keper en halfsteens
B
Keper en kwartsteens
C
Elleboog en halfsteens
D
Elleboog en kwartsteens

Slide 4 - Quizvraag

Op welke manier zaai je graszaad?

Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je weet hoe je de bodem van een tuin kunt verbeteren.
  • Je kunt op basis van een beplantingsplan een tuin aanplanten.
  • Je kun tverschillende plantverbanden toepassen. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat staat er in een beplantingsplan
Beplantingsplan: Tekening op schaal met waar welke plant komt.

Beplantingslijst: genummerde lijst met plantnamen en aantallen voor elk plantvak.

Eindbeeld: Hoe een volgroeide plant eruit ziet.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende soorten planten
Houtachtige planten
  • Vanaf de bodem vertakt dan een Heester of struik
  • Eerst een stam dan is het een boom.

Kruidachtige planten
  • Eenjarig 
  • tweejarige of meerjarige die in de winter afsterven komen in het voorjaar weer op

Slide 8 - Tekstslide

Vaste plant met lijnvormige bladeren, bloeit met een aar, wintergroen
Jonge scheuten kruidachtig, rest vaak verhout, worden vastgehouden door hechtwortels, ranken of ze draaien ergens omheen
Kruidachtig, bladeren en takken vers en groen, vaak rijkbloeiend, sterft vaak af in de winter
Bolvormig deel van een plant die onder de grond groeit.
Vertakking vanaf de grond, laag in de plant verhout.
Houtachtig duidelijke stam.

Slide 9 - Sleepvraag

Plantverbanden

Slide 10 - Tekstslide

Welk type bodum moet je het meest verbeteren met bijvoorbeeld compost?
A
Zandgrond
B
Kleigrond
C
Veengrond

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is de ene boom op de tekening veel groter dan de andere bomen?
A
Dan wordt de tekening afwisselender.
B
De boom staat voorin de tuin dus ljkt groter.
C
Zodat je kunt zien dat er onder de boom een andere plant staat.
D
De tekening is op schaal. De boom wordt in werkeljkheid ook veel groter dan de andere.

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag
Nakijken 1.4
Maken 1.5

Onderhoudskosten berekenen

Slide 13 - Tekstslide