Thema 4 les 7 pil en condoom

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Je hebt 30 minuten een online biologie les.
We werken aan thema 4: voortplanting

Slide 2 - Tekstslide

Lesindeling
Lesopening
Opdrachten
Lesafsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Lesopening

Slide 4 - Tekstslide

Hoe is je week verlopen?

Slide 5 - Woordweb

Het is eindelijk winter!

Slide 6 - Tekstslide

Denk jij dat er sneeuw gaat vallen?

Slide 7 - Woordweb

Wat is jouw lievelingsseizoen?
Winter
Zomer
Herfst
Voorjaar

Slide 8 - Poll

Leerdoelen
10 Je kunt enkele methoden voor geboorteregeling noemen en hun werking uitleggen.
11 Je kunt enkele soa’s noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg 4.5 
Veilig vrijen

Slide 10 - Tekstslide

Anticonceptie
 Anti betekent ‘tegen’ en conceptie betekent ‘bevruchting’. 

Voorkomen dat je zwanger raakt.

 De bekendste voorbehoedsmiddelen zijn het condoom en de anticonceptiepil.

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting
Bij bevruchting smelt de kern van een zaadcel samen met de kern van een eicel. Daardoor ontstaat een bevruchte eicel. Uit de bevruchte eicel kan in de baarmoeder een kind groeien.
Voorbehoedsmiddelen voorkomen dat bevruchting plaatsvindt.

Slide 12 - Tekstslide

Vruchtbare periode
Na de ovulatie (eisprong) blijft een onbevruchte eicel maar 12 tot 24 uur in leven. 

Zaadcellen kunnen na een zaadlozing in het lichaam van een vrouw twee tot drie dagen in leven blijven.

Slide 13 - Tekstslide

Vruchtbare periode
Elke vier weken is er dus maar een korte periode van ongeveer vijf dagen waarbinnen geslachtsgemeenschap kan leiden tot bevruchting. Dit noem je de vruchtbare periode

Deze duurt van ongeveer drie dagen voor de ovulatie tot ongeveer één dag na de ovulatie. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Na de menstruatie is de vrouw het meest vruchtbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De pil is een betrouwbaar voorbehoedsmiddel om te voorkomen dat je zwanger raakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De eisprong noemen we ook wel de?

Slide 18 - Open vraag

Hoeveel uur blijven eicellen in leven na de ovulatie?

Slide 19 - Open vraag

Onbetrouwbare methoden

Periodieke onthouding
Hierbij hebben een man en een vrouw geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode van ongeveer vijf dagen.  Periodieke onthouding is erg onbetrouwbaar.

Slide 20 - Tekstslide

coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap)
Hierbij trekt de man zijn penis uit de vagina terug als hij zijn zaadlozing voelt aankomen. De zaadlozing vindt dan buiten de vagina plaats. Maar voor het sperma kan er al voorvocht uit de penis komen. In dit voorvocht zitten vaak ook zaadcellen. Daardoor is deze methode erg onbetrouwbaar.

Slide 21 - Tekstslide

Condoom
Hoesje van dun rubber.
Het sperma wordt opgevangen in het condoom, zodat het niet in de vagina komt. 
Na gebruik controleer je of het condoom niet lek is geraakt.
 Daarna leg je er een knoop in en gooit hem in de vuilnisbak.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De pil

Slide 24 - Tekstslide

Hoe werkt de pil?
In de pil zitten hormonen die voorkomen dat een vrouw zwanger wordt. De hormonen zorgen ervoor dat er geen eicel vrijkomt (geen ovulatie). Daarnaast maken de hormonen het slijm in de baarmoederhals dikker, waardoor zaadcellen er minder goed doorheen kunnen. Ook hebben de hormonen invloed op de baarmoederwand, waardoor een bevruchte eicel daar geen plaats vindt om te gaan groeien. 

Slide 25 - Tekstslide

De pil moet dagelijks worden ingenomen, meestal met een onderbreking van één week per vier weken.

Als je een pil vergeet, ben je tot de volgende menstruatie niet volledig beschermd tegen zwangerschap


Slide 26 - Tekstslide

Een condoom is een betrouwbaar anticonceptiemiddel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Een condoom is 100% betrouwbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

betrouwbaar
onbetrouwbaar
condoom
pil
periodieke onthouding
Voor het zingen de kerk uit gaan. 
coitus interruptus

Slide 29 - Sleepvraag

Betrouwbare geboorteregeling:
1: Periodieke onthouding
2: coïtus interruptus
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 30 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen + leren 4.6

Slide 31 - Tekstslide

Lesafsluiting
Heb je nog vragen?

Slide 32 - Tekstslide