Doordringend vermogen

Leerdoelen
-Je snapt wat het doordringend vermogen en ioniserend vermogen inhouden (herhaling)
-Je kent van elke straling (α, β, γ) het doordringend en ioniserend vermogen
-Je snapt wat de dracht is van straling (α, β) 
-Je snapt wat de halveringdikte is van straling (γ), en kan werken met een grafiek hiervan
-Je kunt halveringdiktes opzoeken in de BiNaS tabel 28F
-Je kunt rekenen met halveringsdiktes
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
-Je snapt wat het doordringend vermogen en ioniserend vermogen inhouden (herhaling)
-Je kent van elke straling (α, β, γ) het doordringend en ioniserend vermogen
-Je snapt wat de dracht is van straling (α, β) 
-Je snapt wat de halveringdikte is van straling (γ), en kan werken met een grafiek hiervan
-Je kunt halveringdiktes opzoeken in de BiNaS tabel 28F
-Je kunt rekenen met halveringsdiktes

Slide 1 - Tekstslide

Alfa straling
Bètastraling
Gammastraling
- Klein doordringend vermogen
- Sterk ioniserend
- Groter doordringend vermogen dan alfa
- Minder ioniserend dan alpha
- Groter doordringend vermogen dan Beta
- Minder ioniserend dan Beta

Slide 2 - Tekstslide

Ioniserend vermogen en doordringend vermogen.
-Onder het ioniserend vermogen van straling wordt verstaan hoe goed de straling in staat is om te 'botsen' en zo een elektron van een atoom weg te slaan, waardoor het atoom een ion (geladen) wordt

-Onder het doordringend vermogen van straling wordt verstaan hoe goed de straling in staat is door een materiaal door te dringen (o.a. door dus juist NIET te botsen)

Slide 3 - Tekstslide

Doordringend vermogen

Slide 4 - Tekstslide

Doordringend vermogen

Slide 5 - Tekstslide

α-straling                      β-straling                       γ-straling
Ioniserend vermogen (IV):

Doordringend vermogen (DV):
Zet de juiste eigenschappen bij de juiste soort straling
Klein IV

Matig IV

Groot IV

Laag DV
Matig DV
Hoog DV

Slide 6 - Sleepvraag

Bron 4&5: dracht en halveringsdikte

Slide 7 - Tekstslide

Halveringsdikte

Slide 8 - Tekstslide

Halveringsdikte

Slide 9 - Tekstslide

Stel je hebt een materiaal met een dikte van 20 cm en een d_1/2 van 5 cm. Wat is dan n in I=I_0*(1/2)^n? En wat is dan het % stralingsintensiteit na die 20 cm t.o.v. daarvoor?

Slide 10 - Open vraag

Antwoord
n=dikte/halveringsdikte=20/5 = 4
I=I0*(1/2)n=100%(1/2)n=100%*0,5*0,5*0,5*0,5 = 6,25%

Slide 11 - Tekstslide

"Doorlaatkrommes" (1)

Slide 12 - Tekstslide

"Doorlaatkrommes" (2)

Slide 13 - Tekstslide

De term 'dracht', dat betekent hoe veel afstand straling aflegt in een stof, gebruiken we voor de volgende soorten straling:
A
(α, β, γ)
B
(α, β)
C
(β, γ)
D
(α, γ)

Slide 14 - Quizvraag

De term 'halveringsdikte', dat aangeeft hoeveel dikte nodig is van een stof om de stralingsintensiteit 50% te doen afnemen, gebruiken we voor de volgende soorten straling:
A
(β, γ)
B
(γ,α)
C
(γ)
D
(γ,röntgen)

Slide 15 - Quizvraag

Hoe dik moet een betonnen muur zijn om 90% van een bundel van 1,0 MeV γ-straling te absorberen

Slide 16 - Open vraag

Antwoord
Halveringsdikte beton bij 1,0 MeV γ-straling (Binas tabel 28F): 4,6 cm
99,9% straling tegenhouden: 0,1% straling doorlaten
I = I0 * (1/2)n
I/I= 0,001 = (1/2)n   -->  log(0,001) = log((1/2)n) = n*log(1/2)
n = log(0,001)/log(1/2) = 9,96...
d = n * halveringsdikte = 9,96... * 4,6 = 45,84 cm

Slide 17 - Tekstslide