Taal - Gebiedende Wijs

Gebiedende Wijs
Kom hier!
Schrijf de zinnen op!
Loop eens door!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gebiedende Wijs
Kom hier!
Schrijf de zinnen op!
Loop eens door!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

3 soorten in deze les
Gebiedende wijs: Loop door! Laat ons winnen! 

Vraagzin: Wil je doorlopen? Kun je ons laten winnen?

Vertelzin: Je kunt doorlopen. Ze zouden ons kunnen laten winnen.

Slide 3 - Tekstslide

Geef die papieren hier!
A
Gebiedende Wijs
B
Vraagzin
C
Vertelzin

Slide 4 - Quizvraag

Schiet de bal in de goal.
A
Gebiedende Wijs
B
Vraagzin
C
Vertelzin

Slide 5 - Quizvraag

Hoelaat moeten we er zijn?
A
Gebiedende Wijs
B
Vraagzin
C
Vertelzin

Slide 6 - Quizvraag

Leg die telefoon weg.
A
Gebiedende Wijs
B
Vraagzin
C
Vertelzin

Slide 7 - Quizvraag

Ze hebben de vierdaagse gelopen.
A
Gebiedende Wijs
B
Vraagzin
C
Vertelzin

Slide 8 - Quizvraag

Je vindt het onderwerp vooraan in de zin.
A
Gebiedende Wijs
B
Vraagzin
C
Vertelzin

Slide 9 - Quizvraag

Maak kans op mooie prijzen.
A
Gebiedende Wijs
B
Vraagzin
C
Vertelzin

Slide 10 - Quizvraag

Gooi dan!
A
Gebiedende Wijs
B
Vraagzin
C
Vertelzin

Slide 11 - Quizvraag

Nu iets moeilijker!
Maak van de zin gebiedende wijs!
Voorbeeld:
Kun je de stokjes aangeven?
=
Geef de stokjes door!
(Persoonsvorm vooraan in de zin, geen onderwerp)

Slide 12 - Tekstslide

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Zou je even aan de kant willen gaan?

Slide 13 - Open vraag

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Als je meedoet kun je winnen.

Slide 14 - Open vraag

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Wil je daar alsjeblieft mee stoppen?

Slide 15 - Open vraag

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Je moet zo meteen wel opstaan.

Slide 16 - Open vraag

Maak van de zin gebiedende wijs
(Persoonsvorm vooraan, geen onderwerp)
Je moet wel de hele zin opschrijven.

Slide 17 - Open vraag