A3B - HERHALING CH5DH venir en delend lidw.
1 / 48
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
l'assiette
le couteau
la table
la fourchette
la cuillère
Slide 4 - Sleepvraag
Wat is een delend lidwoord?
A
un, une
B
du, de la, de l', des
C
le, la, les
Slide 5 - Quizvraag
Choisis le bon verbe.
Tu ................. chez moi?
Tu ................. chez moi?
A
viens
B
vient
C
venons
D
venez
Slide 6 - Quizvraag
Choisis le bon verbe.
Marc et Paulo ................. ici.
Marc et Paulo ................. ici.
A
venons
B
vient
C
viennent
D
venez
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer gebruik je het delend lidwoord?
A
wanneer wij in het NL ook een lidwoord gebruiken
B
wanneer wij in het NL geen lidwoord gebruiken
C
bij een ontkenning
D
geen idee
Slide 8 - Quizvraag
Een tafel voor twee personen, s.v.p.
Ik zou graag willen ...
Ik neem...
Als voorgerecht, neem ik...
Als hoofdgerecht, neem ik ...
Als toetje, neem ik...
Mag ik de rekening, s.v.p.?
Une table pour deux personnes, s.v.p.
Je voudrais...
Je prends...
Comme entrée, je prends...
Comme plat principal, je prends...
Comme dessert, je prends...
L'addition, s.v.p.
Slide 9 - Sleepvraag
Choisis le bon verbe.
Madame, vous ...................... à la fête?
Madame, vous ...................... à la fête?
A
viens
B
vient
C
venons
D
venez
Slide 10 - Quizvraag
L'élève ................ de Paris.
A
vient
B
venons
C
venez
D
viennent
Slide 11 - Quizvraag
Hoe vraag je in een restaurant of de ober nog wat brood heeft?
Slide 12 - Open vraag
Een delend lidwoord gebruik je
A
zowel in het Nederlands als in het Frans
B
alleen in het Nederlands
C
alleen in het Frans.
D
bij uitzonderingen in het Frans
Slide 13 - Quizvraag
Je
Tu
Il / elle / on
nous
vous
ils / elles
Le verbe venir - présent
viens
venez
viennent
viens
vient
venons
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord?
Nous (v) sommes ......... à Paris.
Nous (v) sommes ......... à Paris.
A
venu
B
venue
C
venus
D
venues
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord?
Nous (m) sommes ......... à Paris.
Nous (m) sommes ......... à Paris.
A
venu
B
venue
C
venus
D
venues
Slide 16 - Quizvraag
Hoe vertaal je het delend lidwoord in het Nederlands?
A
een
B
de of het
C
een of niet
D
niet
Slide 17 - Quizvraag
on vend
la manière
le pays
la ville
le village
il est né
elle est née
même
toujours
comme
aujourd'hui
mettre la table
de stad
men verkoopt
zoals
altijd, nog steeds
de tafel dekken
vandaag, tegenwoordig
de manier
het land
het dorp
zij is geboren
hij is geboren
zelfs, ook nog
Slide 18 - Sleepvraag
Hoe vraag je in een restaurant of die ander een dessert neemt?
Slide 19 - Open vraag
Sophie est ...... à l'école.
A
venu
B
venue
C
venus
D
venues
Slide 20 - Quizvraag
Patricia, tu es ........?
A
venu
B
venue
C
venus
D
venues
Slide 21 - Quizvraag
VENIR KOMEN
ILS/ELLES
VOUS
NOUS
TU
JE
VIENNENT
VENEZ
IL
ELLE
VENONS
VIENS
VIENT
VIENS
Slide 22 - Sleepvraag
Het delend lidwoord is een samentrekking van de + het lidwoord.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Je .............(venir, présent) à Nice.
Slide 24 - Open vraag
Elle ............(venir, passé composé) à Nice.
Slide 25 - Open vraag
Hoe zeg je in een restaurant dat je het nog niet weet en twijfelt?
Slide 26 - Open vraag
Elles .............(venir, passé composé) à Cannes.
Slide 27 - Open vraag
Welke vorm van het delend lidwoord is voor in het meervoud.
A
du
B
d'
C
de la
D
des
Slide 28 - Quizvraag
Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'
Slide 29 - Sleepvraag
Delend lidwoord
Welke zin is goed?
Welke zin is goed?
A
Au petit-déjeuner, je bois lait
B
Au petit-déjeuner, je bois du lait
C
Au petit-déjeuner, je bois un lait
D
Au petit-déjeuner, je bois de lait
Slide 30 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het delend lidwoord
A
j'achète de la beurre
B
j'achète du beurre
C
j'achète le beurre
Slide 31 - Quizvraag
Bij het ontbijt, drink ik melk:
Welke zin klopt?
A
Au petit-déjeuner, je bois lait
B
Au petit-déjeuner, je bois du lait
C
Au petit-déjeuner, je bois le lait
D
Au petit-déjeuner, je bois de lait
Slide 32 - Quizvraag
Grammaire: Delend lidwoord
Je voudrais
tomates, s'il vous plaît.
Je voudrais
beaucoup
oranges, s'il vous plaît.
Je voudrais
250 grammes
bonbons, s'il vous plaît.
Je prends
légumes.
Je ne veux pas
fromage.
J'adore
salade.
de
d'
de
la
de l'
des
des
Slide 33 - Sleepvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange beaucoup ...... croissants.
Je mange beaucoup ...... croissants.
A
de
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 34 - Quizvraag
Hoe zeg je in een restaurant dat je een karaf water wilt?
Slide 35 - Open vraag
Welk delend lidwoord?
Je mange ........ viande (v).
Je mange ........ viande (v).
A
de
B
d'
C
du
D
de la
Slide 36 - Quizvraag
1. Vul het delend lidwoord in
Je bois ... café (m)
Je bois ... café (m)
A
de
B
de la
C
du
D
des
Slide 37 - Quizvraag
Je déteste _______ aubergine.
(Kies het goede delend lidwoord)
(Kies het goede delend lidwoord)
A
du
B
l'
C
de l'
D
de
Slide 38 - Quizvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
Je ne bois pas ...... eau.
Je ne bois pas ...... eau.
A
du
B
d'
C
de l'
D
de
Slide 39 - Quizvraag
Je
suis
Tu
es
Il
est
elle
est
nous
sommes
vous
êtes
ils
sont
elles
sont
Le verbe venir - le passé composé
venue
venu
venu(e)
venues
venu(e)s
venus
venues
Slide 40 - Sleepvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange ...... soupe (v).
Je mange ...... soupe (v).
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 41 - Quizvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
J'adore ...... frites.
J'adore ...... frites.
A
de
B
d'
C
des
D
les
Slide 42 - Quizvraag
Je prends ..... poisson (m).
(Kies het goede delend lidwoord)
(Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
du
C
de l'
D
des
Slide 43 - Quizvraag
Zoveel procent van de toetsstof zit al in mijn hoofd:
0 = Nog helemaal niks
100 = Ik weet alles al!
0 = Nog helemaal niks
100 = Ik weet alles al!
Slide 44 - Poll
Zoveel moet ik nog doen voor een voldoende:
0 = Nul voorbereiding meer nodig, ik ken alles al!
100 = Ik weet nog niks, moet nog veel tijd eraan besteden.
0 = Nul voorbereiding meer nodig, ik ken alles al!
100 = Ik weet nog niks, moet nog veel tijd eraan besteden.
Slide 45 - Poll
Het gaat wel goedkomen met het PW Frans!
😒🙁😐🙂😃
