opdracht 13 goed begin
Welke werkwoorden zie je in opdracht 13?
1 / 10
Onderdelen in deze les
Welke werkwoorden zie je in opdracht 13?
Slide 1 - Open vraag
Soraya........ Damian
A
bellen
B
belt
C
belen
D
beld
Slide 2 - Quizvraag
Jordy is ziek, hij ...... thuis.
A
blijft
B
blijvt
C
blijven
D
blijfen
Slide 3 - Quizvraag
De klas gaat een kaart ........
A
stuuren
B
stuur
C
steuren
D
sturen
Slide 4 - Quizvraag
Meneer Gispen ........ dat Joey snel beter wordt.
A
hopt
B
hopen
C
hoopt
D
hoopen
Slide 5 - Quizvraag
Soraya ...... de postzegel op de kaart.
A
plakt
B
plakken
C
plaken
D
plaakt
Slide 6 - Quizvraag
Damian.............. de kaart op de post.
A
doen
B
doent
C
doet
D
doe
Slide 7 - Quizvraag
Meneer Gispen ........ papier uit.
A
delen
B
deelen
C
delt
D
deelt
Slide 8 - Quizvraag
En meneer zegt: ".......... goed!"
A
luister
B
luisteren
C
luistert
D
luisterend
Slide 9 - Quizvraag
Wie ....... de postzegel op de kaart?
A
plaken
B
plakt
C
bakt
D
palkt
