Qv = V x A deel 2

Qv = V x A

Lesdoel:

oefenen met de formule Q = V x A en het berekenen van een diameter.

(voorbereidend op derde leerjaar niveau 3)


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
InstallatietechniekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Qv = V x A

Lesdoel:

oefenen met de formule Q = V x A en het berekenen van een diameter.

(voorbereidend op derde leerjaar niveau 3)


Slide 1 - Tekstslide

Qv = V x A

qv = debiet /volumestroom ( l/sec )
V = snelheid ( m/sec )
A = oppervlakte ( m² )

Slide 2 - Tekstslide

Qv = V x A
Een ventilatiebuis moet 150 m³ per uur lucht afvoeren, dit gaat met een snelheid van 5 meter per seconde. 
hoe groot moet de buis dan zijn?

Qv = V x A

Slide 3 - Tekstslide

Qv = V x A
Een ventilatiebuis moet 150 m³ per uur lucht afvoeren, dit gaat met een snelheid van 5 meter per seconde. 
hoe groot moet de buis dan zijn?

Qv = 150 m³/uur
V = 5 m/sec
A = onbekend

Slide 4 - Tekstslide

Qv = V x A
Qv = 150 m³/ uur
V = 5 m/sec
A = onbekend

A = 150 m³/uur : 5 m/sec

Slide 5 - Tekstslide

Qv = V x A
Qv = 150 m³/ uur
V = 5 m/sec
A = onbekend

A = 150 m³/uur : 5 m/sec
A = 0,042 m³/sec : 5 m/sec
A = 0,0084 m²

Slide 6 - Tekstslide

Qv = V x A
Dus we hebben een buis nodig met een oppervlakte van 
 0,0084 m2
Rechthoekig kanaal 220 x 55mm

Slide 7 - Tekstslide

Qv = V x A
wat is de oppervlakte van dit rechthoekige kanaal 
van 220 x 55mm ? 

A = L x B

Slide 8 - Tekstslide

Qv = V x A
A = L x B
A = 220 mm x 55 mm
A = 22 cm x 5,5 cm
A = 2,2 dm x 0,55 dm
A = 0,22 m x 0,055 m
A = 0,0121 m²

Slide 9 - Tekstslide

Qv = V x A
De buis van 220 x 55mm heeft een oppervlakte van 0,0121 m²

onze buis heeft een minimale oppervlakte nodig van 0,0084 m²

conclusie?

Slide 10 - Tekstslide

Qv = V x A
onze buis heeft een minimale oppervlakte nodig van 0,0084 m²
wat als deze rond moet zijn? hoe kan je dan de diameter berekenen?


Slide 11 - Tekstslide

Qv = V x A
onze buis heeft een minimale oppervlakte nodig van 0,0084 m²
wat als deze rond moet zijn? hoe kan je dan de diameter berekenen?

Oppervlakte cirkel
A = π r² of A = ¼ πd²



Slide 12 - Tekstslide

A = ¼ πd²
onze buis heeft een minimale oppervlakte nodig van 0,0084 m²
wat als deze rond moet zijn? hoe kan je dan de diameter berekenen?

0,0084 m² = ¼ πd²




Slide 13 - Tekstslide

A = ¼ πd²
0,0084 m² = ¼ πd²
d² = 0,0084 m² : 0,25π
d² = 0,0084 m² : 0,785
d² =  0,006594 m²
d = √  0,006594 m²
d =  0,081 m






Slide 14 - Tekstslide

A = ¼ πd²
d =  0,081 m
d= 0,81 dm
d= 8,1 cm
d = 81 mm






Spirobuis Ø 100mm

Slide 15 - Tekstslide

Conclusie
Met de formule qv = V x A kan de oppervlakte van een buis berekend worden, met een diameterberekening kan daarna de binnendiameter bepaald worden.
Spirobuis Ø 100mm
kanaal 220 x 55mm

Slide 16 - Tekstslide

opdracht 1:
bereken met qv = V x A welke oppervlakte een ventilatiebuis moet hebben als we 250 m³/uur lucht willen afzuigen met een maximale snelheid van 5 m/sec.

Slide 17 - Tekstslide

opdracht 1:
 qv = V x A
qv = 250 m³/uur 
V = 5 m/sec.
A = ?

Slide 18 - Tekstslide

opdracht 1:
 qv = V x A

A = 250 m³/uur : 5 m/sec.
A = 250 m³/uur : 5 m/sec.
A = 250 m³/uur : 18000 m/uur
A = 0,0138 m²


Slide 19 - Tekstslide

opdracht 2:
bereken met qv = V x A welke oppervlakte een ventilatiebuis moet hebben als we 21 dm³/sec lucht willen afzuigen met een maximale snelheid van 5 m/sec.

Slide 20 - Tekstslide

opdracht 2:
 qv = V x A 
qv= 21 dm³/sec 
V = 5 m/sec.
A = ?

Slide 21 - Tekstslide

opdracht 2:
A = 21 dm³/sec : 5 m/sec.
A = 21 dm³/sec : 50 dm/sec
A = 0,42 dm²

Slide 22 - Tekstslide

opdracht 2b:
Als A = 0,42 dm², welke diameter buis zou je dan gebruiken?

A = L x B  
of
A = ¼ πd²

Slide 23 - Tekstslide