Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water kookt
Je kunt uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt van een stof zijn
Je kunt uitleggen waarom het kookpunt en smeltpunt stofeigenschappen zijn
Je kunt uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen
Je kunt in een temperatuur-tijddiagram de smelt-, stol- en kookgrafiek van een stof verklaren
Slide 4 - Tekstslide
Het kookpunt
Tijdens het koken van water is de temperatuur 100 °C. De waterdampbellen ontstaan door de hele vloeistof. Tijdens het koken blijft de temperatuur constant. Het kookpunt is een stofeigenschap.
Slide 5 - Tekstslide
De overeenkomst tussen verdampen en koken.
Bij allebei is er de
fase-overgang
van vloeibaar
naar gasvormig.
Slide 6 - Tekstslide
Verschillen
Verdampen gebeurt alleen aan het oppervlak en kan tussen het smelt-en kookpunt plaasvinden. Water kan dus verdampen tussen 0 en 100 °C
Koken kan alleen bij het kookpunt. (tenzij de druk verandert of een stof wordt toegevoegd)
Slide 7 - Tekstslide
Onder het smeltpunt is de fase vast.
Tussen het smelt-en kookpunt vloeibaar.
Boven het kookpunt gasvormig.
Slide 8 - Tekstslide
Smeltpunt en vriespunt
Het smeltpunt van ijs
(of het vriespunt van water)
bedraagt 0 °C. Tijdens het
smelten blijft de
temperatuur constant.
Slide 9 - Tekstslide
Het vries-of smeltpunt verlagen
Met zout of antivries kun je het vriespunt van
water verlagen.
Slide 10 - Tekstslide
Smelt-en stoldiagram
Bij een smeltdiagram zie je
verschillende fasen-en overgangen
als je warmte toevoegt.
Slide 11 - Tekstslide
Het smeltdiagram van stearinezuur.
Slide 12 - Tekstslide
Belang lesdoelen
Fase overgangen komen veel voor om je heen; bij het weer, solderen, kaarsvet.
Bij de toets kunnen er veel vragen over gesteld worden.