TH2 - periode 2 - Systeem Aarde

Opbouw en afbraak
2TH periode 2
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opbouw en afbraak
2TH periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Waar bestaat de aarde eigenlijk uit?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen lava en magma?

Slide 5 - Open vraag

Het verschil
Magma
Onder de grond heeft het vloeibare gesteente magma.
Lava
Is het magma boven de grond dan noem je het lava.
Vulkanisch gesteente
Als lava afgekoeld is, dan noem je het vulkanisch gesteente.

Slide 6 - Tekstslide

De aardkorst
  • Is niet één geheel
  • Bestaat uit allemaal verschillende stukken: Aardplaten
  • Deze kunnen allemaal bewegen in een bepaalde richting
  • Dat bewegen noemen we: Plaattektoniek

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Supercontinent Pangea
  • Ooit was er één groot continent: Pangea
  • Door de krachten van binnen de aarde brak dit grote continent in verschillende stukken: de aardplaten
  • Deze aardplaten dreven uit elkaar en zijn vervolgens nieuwe richtingen op gegaan. 
  • Dit proces duurt natuurlijk miljoenen jaren met enkele centimeters per jaar. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aardplaten bewegen op drie manieren
1) van elkaar af (divergent)  <--    |   --> 
2) naar elkaar toe (convergent)     -->  |  <--
3) schurend langs elkaar (transform)   

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Platen bewegen door ...
Convectiestromen binnen de aarde. 

--> Dat zijn ronddraaiende stromingen die de druk bij de aardkorst vergroten. 
--> Dat gaat zolang door tot er scheuren ontstaan in de korst en de platen bewegen. 

Slide 15 - Tekstslide

Vulkanisme
De actieve werking van vulkanen is een eeuwenoude kracht.

Vulkanisme komt vooral voor door plaattektoniek

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Manier 1: 
Platen botsen op elkaar -->
De zwaarste plaat duikt onder de andere (subductie) --> 
De duikende plaat smelt en er komt meer magma in de bodem --> 
Die magma wilt naar boven door hoge druk -->
Ontstaan vulkaan
Manier 2: 
Twee platen drijven uit elkaar 
(divergentie <-- | --> ) 
--> Magma stroomt opwaards
--> Magma koelt af in de zee
--> Vormt een berg van magma
--> Magma is wel actief 
--> Vulkaan

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aardbevingen
Vulkanen
Aardbevingen
Vulkanenen

Slide 23 - Tekstslide

Plaatgrenzen
  1. Naar elkaar toe
  2. Langs elkaar
  3. Uit elkaar

Gevolg:
  1. gebergte 
  2. gebergte, vulkaan, trog, aardbeving
  3. aardbeving
  4. mid-oceanische rug

Slide 24 - Tekstslide

Aardbevingen

Slide 25 - Tekstslide

Epicentrum en hypocentrum

Op de plek waar twee aardplaten elkaar raken, ontstaat de beving. We noemen dit het hypocentrum. Een ander woord is aardbevingshaard

De plek aan het aardoppervlak waar we de aardbeving het sterkste voelen, heet het epicentrum. Op een kaart zie je vaak het epicentrum.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Schaal van Richter
Op de Schaal van Richter meten we de kracht van een aardbeving.

Elk volgend getal geeft aan dat de beving 10x zo zwaar is.

Een seismoloog is iemand die aardbevingen onderzoek.


Slide 28 - Tekstslide

Naast de Schaal van Richter, is er de Mercalli schaal. Deze geeft aan hoeveel schade er is door een aardbeving. Kun je bedenken in welk geval een aardbeving met 8,1 op de Schaal van Richter, toch laag kan scoren op de Mercalli schaal?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Een van de gevolgen van plaattektoniek: Tsunami

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Ontstaan tsunami

Slide 33 - Tekstslide

Snelheid en tijdspan tsunami

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Bij divergente plaatbewegingen komen..
A
Vaak aardbevingen en met weinig kracht
B
Vaak aardbevingen met veel kracht
C
Niet vaak aardbevingen met weinig kracht
D
Niet vaak aardbevingen met veel kracht

Slide 36 - Quizvraag

Aardbevingen veroorzaken vulkaanuitbarstingen
A
goed
B
fout

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen en gebergte

Slide 38 - Quizvraag

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 39 - Quizvraag


Wetenschappers die aardbevingen bestuderen, heten ....

A
seismografen
B
seismologen

Slide 40 - Quizvraag

In Groningen komen aardbevingen voor doordat er gas uit de bodem wordt gehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Waardoor worden tsunami´s veroorzaakt?

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video