Van 1848 tot 1990: Een historisch overzicht

Van 1848 tot 1990: Een historisch overzicht
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Van 1848 tot 1990: Een historisch overzicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les ken je het historisch overzicht van Nederland tussen 1848 en 1990.

Slide 2 - Tekstslide

Dit is de slide waarop je het leerdoel van de les presenteert. Leg uit wat de leerlingen aan het einde van de les zullen weten en begrijpen.
Wat weet je al over de geschiedenis van Nederland tussen 1848 en 1990?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1848-1914: De Industriële Revolutie
In deze periode maakte Nederland een grote economische groei door dankzij de Industriële Revolutie. Er kwamen veel fabrieken en er was meer werkgelegenheid.

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik deze slide om de leerlingen te vertellen over de Industriële Revolutie en hoe deze Nederland heeft beïnvloed.
1914-1940: De Eerste Wereldoorlog en de crisisjaren
De Eerste Wereldoorlog bracht Nederland veel economische voorspoed, maar na de oorlog kwam er een economische crisis. De werkloosheid steeg, en er ontstonden politieke spanningen.

Slide 5 - Tekstslide

Vertel de leerlingen over de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog en de economische crisis die daarop volgde.
1940-1945: De Tweede Wereldoorlog
Nederland werd bezet door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Jodenvervolging en de hongerwinter waren verschrikkelijke gebeurtenissen in deze periode.

Slide 6 - Tekstslide

Breng de Tweede Wereldoorlog onder de aandacht en vertel de leerlingen over de belangrijkste gebeurtenissen.
1945-1960: De wederopbouw
Na de Tweede Wereldoorlog begon Nederland aan de wederopbouw. Er werden nieuwe huizen en wegen gebouwd, en er kwamen nieuwe industrieën.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe Nederland na de Tweede Wereldoorlog weer opgebouwd werd.
Wat gebeurde er na de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
A
Nederland viel in een economische crisis
B
Er werd begonnen aan de wederopbouw
C
Er werd gestopt met de industrie
D
Er waren politieke spanningen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
A
Nederland werd bevrijd door de Duitsers
B
Nederland werd aangevallen door de Japanners
C
Nederland werd bezet door de Duitsers
D
Nederland stond neutraal tijdens de oorlog

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het gevolg van de Industriële Revolutie in Nederland?
A
Politieke spanningen en werkloosheid
B
Minder fabrieken en minder werkgelegenheid
C
Economische crisis en werkloosheid
D
Economische groei en meer werkgelegenheid

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1960-1980: De jaren zestig en zeventig
In deze periode was er veel maatschappelijke verandering. Er waren protesten tegen de oorlog in Vietnam en de kernwapenwedloop. Ook de vrouwenemancipatie en de milieuvervuiling waren belangrijke thema's.

Slide 11 - Tekstslide

Vertel de leerlingen over de belangrijke maatschappelijke veranderingen in de jaren zestig en zeventig.
Welk maatschappelijk thema werd niet belangrijk gevonden in de jaren zestig en zeventig?
A
Protesten tegen kernwapenwedloop
B
Dierenrechten
C
Vrouwenemancipatie
D
Milieuvervuiling

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegen welke oorlog werd er in de jaren zestig en zeventig geprotesteerd?
A
Irakoorlog
B
Golfoorlog
C
Vietnamoorlog
D
Koreaanse Oorlog

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren belangrijke thema's in de jaren zestig en zeventig?
A
Protesten tegen terrorisme, vrouwenonderdrukking en klimaatverandering
B
Protesten tegen apartheid, arbeidsmigratie en straatcriminaliteit
C
Protesten tegen oorlog en kernwapenwedloop, vrouwenemancipatie en milieuvervuiling
D
Protesten tegen bezuinigingen, belastingen en bureaucratie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1980-1990: De Koude Oorlog en het einde ervan
In de jaren tachtig was er veel spanning tussen het Westen en het Oosten van Europa. In 1989 viel de Berlijnse Muur en kwam er een einde aan de Koude Oorlog.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat de Koude Oorlog inhield en hoe deze eindigde.
Belangrijke personen
In deze periode waren er veel belangrijke personen die Nederland hebben beïnvloed. Denk bijvoorbeeld aan Willem Drees, Joop den Uyl en koningin Beatrix.

Slide 16 - Tekstslide

Laat de leerlingen kennismaken met belangrijke personen uit deze periode. Geef eventueel een opdracht om meer informatie te zoeken over een van deze personen.
Quiz: Wat weet je al?
Test je kennis over de geschiedenis van Nederland tussen 1848 en 1990!

Slide 17 - Tekstslide

Gebruik deze slide om een quiz te houden over de onderwerpen die in de les aan bod zijn gekomen. Dit kan individueel of in groepjes.
Bronnen
Er zijn veel bronnen beschikbaar over deze periode in de Nederlandse geschiedenis. Denk aan boeken, documentaires en websites.

Slide 18 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien welke bronnen zij kunnen gebruiken om meer te weten te komen over deze periode.
Afsluiting
Bedankt voor het volgen van deze les. Hopelijk heb je meer geleerd over de geschiedenis van Nederland tussen 1848 en 1990!

Slide 19 - Tekstslide

Gebruik deze slide om de les af te sluiten en de leerlingen te bedanken voor hun aandacht.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.