B1 Geslachtsorganen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Thema 4 Voortplanting

Pak je boek en telefoon

Basisstof 1 Geslachtsorganen

Wat verandert er in de puberteit?

Leerdoel

• Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
  
• Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.
  
• Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.
  

B1 Geslachtsorganen

• Lees B1 goed door, markeer de belangrijkste woorden of schrijf deze op in je schrift.

Geslachtskenmerken:

Lichamelijke kenmerken waaraan je het geslacht herkent.

Primaire geslachtskenmerken

• Primaire geslachtskenmerken zijn aanwezig bij de geboorte:

• Voor een jongetje: penis en balzak
  
• Voor een meisje: vulva (schaamlippen, clitoris en opening van de vagina).
  
• Soms heeft een kindje beide geslachtskenmerken, dit heet intersekse.
  

Secundaire geslachtskenmerken

• 
  
• Hormonen zorgen voor secundaire geslachtkenmerken in de puberteit

Het voortplantingsstelsel van een man

• Teelbal: productie zaadcellen
• Bijbal: opslag zaadcellen
• Balzak: temperatuur lager
• Zaadcel: kop en zweepstaart
  
• Zaadblaasjes+prostaat: vocht toevoegen
• Sperma = zaadcellen+ vocht uit zaadblaasjes en de prostaat + voedingsstoffen uit de zaadblaasjes
  

Uitwendige geslachtsorganen

• Voortplantingsstelsel: alle organen die een rol spelen bij voortplanting
  
• Geslachtsorganen zijn daar een onderdeel van.
  
• Geslachtsorganen zijn deels aan de buitenkant zichtbaar.
  

Uitwendige geslachtsorganen vrouw

• Clitoris = gevoelig voor aanraking
  

       - Clitoriseikel: zichtbaar aan de                       buitenkant, “erwtje”.

       - Clitorishoed: huidplooi over                           clitoriseikel.

       - Zwellichamen: zwellen op wanneer            een vrouw opgewonden is.

• Binnenste en buitenste schaamlippen.
  
• Vagina met maagdenvlies
  

Uitwendige geslachtsorganen man

• Eikel = gevoelig voor aanraking
  
• Voorhuid: dunne huidplooi over       de eikel
• Balzak: huidplooi met daarin de teelballen.
  

 Huid kan gerimpeld of glad zijn.

Het voortplantingsstelsel van een man

• Teelbal: productie zaadcellen
• Bijbal: opslag zaadcellen
• Balzak: temperatuur lager
• Zaadcel: kop en zweepstaart
  
• Zaadblaasjes+prostaat: vocht toevoegen
• Sperma = zaadcellen+ vocht uit zaadblaasjes en de prostaat + voedingsstoffen uit de zaadblaasjes
  

Het voortplantingsstelsel 

van een vrouw

• Eierstok bevat onrijpe eicellen
• Eicellen = vrouwelijke geslachtcel
• Ovulatie = eisprong
• Eileider: transport eicel naar baarmoeder
• Wordt de eicel bevrucht door een zaadcel ontwikkelt in de baarmoeder een kindje

Zijaanzicht voortplantingsstelsel vrouw: KENNEN

Zelfstandig werken

• Markeer B1
• Maak opdracht 1 t/m 7

Succes!

Veranderingen door puberteit

    Lichamelijk

• Groeien (groeispurt)
  
• Secundaire geslachtskenmerken komen
  
• Begin werking voortplantingsorganen                                        Geestelijk
• Gevoelens veranderen
  
• Wordt zelfstandiger
  
• Seksualiteit ontwikkeld                                                                       Sociaal
• Anders opstellen tegenover anderen (ouders/vrienden)
  
• Sociale gevoelens zijn sterk (onzekerheid, spanning enz)
  
•