Toets Hoofdstuk 4 3Havo Statistiek en procenten

Hoe bereken je NIEUW bij een procentuele toename van 8%
A
Nieuw = 0,08 x oud
B
Nieuw = oud : 1,08
C
Nieuw = 1,08 x oud
D
Nieuw = oud : 0,08
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe bereken je NIEUW bij een procentuele toename van 8%
A
Nieuw = 0,08 x oud
B
Nieuw = oud : 1,08
C
Nieuw = 1,08 x oud
D
Nieuw = oud : 0,08

Slide 1 - Quizvraag

Bereken; 419,458 milj. : 253,87 en
rond af op duizendtallen
(geen spaties of punten gebruiken)

Slide 2 - Open vraag

Rond 7899456 af op een duizendtal.
(geen spaties of punten gebruiken)

Slide 3 - Open vraag

De 17 miljoen Nederlanders eten samen 144 miljoen kg bananen per jaar.
Gemiddeld gaan er vijf bananen in 1 kg.
Hoeveel bananen eet een Nederlander gemiddeld per maand?
Rond af op één decimaal. (gebruik een komma en geen punt)

Slide 4 - Open vraag

Jaarlijks voert de rivier de Mississippi 511 miljard m3 water af.
Hoeveel liter water voert de Mississippi gemiddeld per seconde af?
Rond af op miljoenen.
(geen spaties of punten gebruiken)


Slide 5 - Open vraag

Bereken de vermenigvuldigingsfactor bij een procentuele toename van 24%

Slide 6 - Open vraag

Bereken de vermenigvuldigingsfactor bij een procentuele afname van 24%

Slide 7 - Open vraag

Wat is de procentuele verandering bij een vermenigvuldigingsfactor van 1,002
A
toename 100,2%
B
afname 100,2%
C
toename 0,2%
D
afname 0,002%

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de procentuele verandering bij een vermenigvuldigingsfactor van 0,072
A
toename 7,2%
B
afname 92,8%
C
toename 92,8%
D
afname 7,2%

Slide 9 - Quizvraag

Bereken de procentuele verandering bij een procentuele toename van 95,2% gevolgd door een procentuele afname van 48,1%
(Rond af op één decimaal en gebruik het % teken)

Slide 10 - Open vraag

Een e-bike kost na een korting van 13,5% nu € 795,80.
Hoeveel euro is de korting?
(geef je antwoord in twee decimalen, zonder € teken)

Slide 11 - Open vraag

In 2016 was het areaal waarop rozen werden geteeld
238 000 hectare. Dat is 72% minder dan in 2004.
Hoe groot was het areaal waarop rozen werden geteeld in 2004 in ha?
(geef je antwoord zonder ha, geen spaties of punten)

Slide 12 - Open vraag

De verkoop van volledig elektrische auto’s zit in de lift. Zie de figuur hiernaast.
Welke suggestie wekt de figuur?
Geef commentaar.

Slide 13 - Open vraag

Hoe heet het getal 1,16 in de berekening NIEUW = 1,16 × OUD
A
vermenigvuldigingsfactor
B
percentage
C
(100+16)/100
D
goede antwoord staat er niet bij

Slide 14 - Quizvraag

Hoe bereken je NIEUW bij een procentuele afname van 3%?
NIEUW = 0,97 × OUD
NIEUW = 1,3 × OUD
NIEUW = 0,03 × OUD
NIEUW = OUD : 0,03

Slide 15 - Sleepvraag

18% van het TOTAAL is 153.
TOTAAL = …

153 x 0,18
0,18 x 100 :153 =
153 : 100 : 0,18
153 : 0,18

Slide 16 - Sleepvraag

Weet je OUD en NIEUW, dan bereken je de procentuele verandering met ...
nieuw-oud x 100%
nieuw-oud : oud x 100%
(nieuw-oud) : oud x 100%
(nieuw-oud) : nieuw x 100%
Het goede antwoord staat er niet bij

Slide 17 - Sleepvraag

Welke van de onderstaande antwoorden is een manier om misleidende informatie te geven met een grafiek?
A
Het gebruiken van een wisselende stapgrootte op de x-as.
B
Het gebruiken van een klein stukje van de y-as.
C
De informatie weergeven in een staafgrafiek bij kleine verschillen.
D
Alle antwoorden.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heten deze diagrammen
A
2.13 = staafdiagram 2.14 = lijndiagram
B
2.13 = histogram 2.14 = frequentiepolygoon
C
2.13 = histogram 2.14 = relatieve frequentiepolygoon
D
2.13 = staafdiagram 2.14 = cumulatieve frequentiepolygoon

Slide 19 - Quizvraag

Een iPad hoesje van €28,- kost met korting €24,64. Bereken hoeveel procent korting je op het hoesje krijgt.
A
8
B
12
C
15
D
88

Slide 20 - Quizvraag

wat is de factor?
A
0,3
B
1,3
C
0,7
D
1,7

Slide 21 - Quizvraag

Een hoeveelheid neemt eerst af met 15%
daarna toe met 20% de factor is ..
A
0,35
B
1,02
C
1,35
D
1,38

Slide 22 - Quizvraag

Oude prijs €78,25 , toename 98%
Bereken met de factor de nieuwe prijs
A
€154,93
B
€145,98
C
€76,69
D
€154,94

Slide 23 - Quizvraag

Welke uitspraak hoort bij factor 0,85
A
Het is met 85% gedaald
B
Het is met 85% gestegen
C
Het is met 15% gedaald
D
Het is met 15% gestegen

Slide 24 - Quizvraag