Blok 1 Les 1 Spelling PV t.t. v.t.

Welkom!
Maandag 20 september
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Maandag 20 september

Slide 1 - Tekstslide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Stelling
  • Uitleg
  • Aan de slag  

Slide 3 - Tekstslide

Stelling
Op je 18e verjaardag moet de overheid je 10.000 euro studiegeld geven. 

Slide 4 - Tekstslide

Doel van de les
Je hebt de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en verleden tijd herhaald. 

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
Nieuwe paragraaf: de spelling van de persoonsvorm.

Slide 6 - Tekstslide

De spelling van de pv in de tegenwoordige tijd
  • Schrijf eerst te ik-vorm op
Bijv: ik loop - ik antwoord - ik zwem

  • Bij je/je/u en hij/zij/het schrijf je achter de ik-vorm een -t.
Bijv: hij loopt - u antwoordt - zij zwemt

Bij sommige leerlingen helpt het werkwoord smurfen.

Slide 7 - Tekstslide

De spelling van de pv in de tegenwoordige tijd
  • Als de ik-vorm eindigt op een -d, dan schrijf je daar een -t achter.

Hij ... (melden t.t.).
Eerst de ik-vorm bijv: ik meld

Bekijk het met het werkwoord smurfen: ik smurf, hij smurft.

De ik vorm was meld - Hij meld - hij smurft - hij meldt



Slide 8 - Tekstslide

De spelling van de pv in de tegenwoordige tijd
  • Als de ik-vorm eindigt op een -t, dan schrijf je geen extra -t erachter.
  • Als er jij of je achter de persoonsvorm staat, schrijf je geen -t. 

... (antwoorden t.t.) jij vandaag op die e-mail?

1. Schrijf de ik-vorm op: (ik) antwoord
2. Smurf jij? Je hoort geen -t dus schrijf je ook geen -t .

Antwoord jij vandaag op die e-mail?


Slide 9 - Tekstslide

De spelling van de pv in de tegenwoordige tijd
  • Als de ik-vorm eindigt op een -t, dan schrijf je geen extra -t erachter.
  • In meervoud schrijf je gewoon het hele werkwoord op (werken, smullen, lopen).
  • Als er jij of je achter de persoonsvorm staat, schrijf je geen -t. 

... (antwoorden t.t.) jij vandaag op die e-mail?

1. Schrijf de ik-vorm op: (ik) antwoord
2. Smurf jij? Je hoort geen -t dus schrijf je ook geen -t .

Antwoord jij vandaag op die e-mail?


Slide 10 - Tekstslide

In een schema

Slide 11 - Tekstslide

De spelling van de pv in de verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden = sterkte werkwoorden

Ik denk - ik dacht
Hij loopt - hij liep
U vindt - ik vond

Bij verleden tijd waar de pv eindigt op een -d, nooit een extra -t.

Slide 12 - Tekstslide

De spelling van de pv in de verleden tijd
Klankvaste werkwoorden = zwakke werkwoorden
  • ik vorm + te(n)
  • ik vorm + de(n)

ik lach - ik lach (ik-vorm) - ik lachte
hij meldt - hij meld (ik-vorm) - hij meldde
wij antwoorden - wij antwoord (ik-vorm) - wij antwoordden

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer doe je -te(n) en -de(n)

Slide 14 - Tekstslide

Spelling PV in een schema
't Kofschip

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Basisboek: opdracht 3, 4 en 6 op bladzijde 28 en 30. 

Kaderboek: opdracht 5, 6 en 7 op bladzijde 28 en 29

Slide 16 - Tekstslide

Doel van de les
Je hebt de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en verleden tijd herhaald. 

Slide 17 - Tekstslide