Present Continuous

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Present Continuous

Agenda

Present Continuous

- uitleg

- oefeningen

Goal:

- wanneer gebruik je de Present continuous

- hoe maak je de Present continuous

Wat is het verschil tussen zin 1 & 2?

1. Timo walks to school.

2. Timo is walking to school.

Wanneer gebruik je de Present continuous?

• De present continuous is een vorm van de tegenwoordige tijd.
• Je gebruikt de present continuous bij gebeurtenissen die:

1. nu bezig zijn (aan de gang) 

     Bijv: I am talking to the class. 

2. nu gebeuren   

   Bijv: Look! The sun is shining.              

HOE: vorm van "to be" + ww + -ing

Vorm van "to be"

Oh ja!

sommige werkwoorden eindigen op een 'stomme ("e")

(je schrijft hem wel maar je hoort hem niet)

move - moving

drive - driving

hope - hoping

make - making

Oh ja! Oh ja!

- sommige werkwoorden krijgen een verdubbeling van de medeklinker

Bijv:

run - running

plan - planning

swim - swimming

stop - stopping

The cows .......... (run) and .......... (jump) in the meadow now.

1. are run are jump
2. are running are jumping
3. is running is jumping

It .......... (rain) right now.

1. is raining
2. are raining

She .......... (drink) some tea.

1. am drinking
2. are drinking
3. is drinking

Look! The dog .......... (play) with the ball.

1. is play
2. is playing
3. are play
4. are playing

Exercises

Maak de volgende opdracht af:

1. ex. 56   (pg. 43)

2.  ex. 57  (pg. 43

3. ex. 58 a  (pg. 44)

4. ex. 59  a (pg. 44)

Huiswerk:  ex. 60  (pg 45)

www.perfect-english-grammar.com

Present Continuous

Agenda

Present Continuous

- negations & questions

- exercises

Goal:

- vraagzinnnen en ontkennende zinnen

Present continuous

1. Wat is de Present continuous?

2. Wanneer gebruik je de present continuous?

3. Hoe maak je deze tijd? 

4. Voorbeelden 

agendaweb.org

Today's goals

- Wanneer gebruik je Present continuous?

- Hoe maak je deze tijd?

Agenda

Present Continuous VS Present Simple

- uitleg (discussie)

- oefeningen

Goal:

- wanneer gebruik je welke

- hoe maak je deze tijden

Wat is het verschil tussen zin 1 & 2?

1. Timo is watching TV right now.

2. Timo watches TV every day after school.

Welke tijd geeft aan dat je nu iets aan het doen bent?

1. Present Simple
2. Present Continuous

Welke tijd geeft aan dat je iets regelmatig doet of dat iets een feit is?

1. Present Simple
2. Present Continuous

She is playing the piano.

1. Present Simple
2. Present Continuous

She plays the piano.

1. Present Simple
2. Present Continuous

I ___ a book at the moment.

1. read
2. am reading

I ___ TV every day.

1. watch
2. am watching

Exercises

Maak de volgende opdrachten af: