Lees paragraaf 1.4.1 en beantwoord de volgende vragen:
1. Leg uit wat volgens Aristoteles het verschil is tussen mensen en dieren. Leg vervolgens uit of dit gradueel of fundamenteel is.
2. Geef een eigen voorbeeld van iets dat alleen mensen kunnen omdat we 'de rede' hebben.
3. Beargumenteer of je het ermee eens bent dat de kraai laat zien dat het verschil tussen mensen en dieren alleen gradueel is als het over denken gaat.