In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Even opfrissen
Over de 3e wet van Newton;
- actie- en reactiekrachten
- normaal- en gewichtkracht
Slide 1 - Tekstslide
Irma staat in een lift die met constante snelheid omhooggaat. Twee van de onderstaande krachten vormen een krachtenpaar (actie- en reactiekracht).
A
De zwaartekracht op Irma
B
De Normaalkracht op Irma haar voeten
C
Het gewicht van Irma
D
De spankracht in de kabel waar de lift aan hangt
Slide 2 - Quizvraag
Als een auto hard rijdt op een weg met kiezels, dan vliegen de kiezels achterwaarts in het rond. De kracht die de kiezels achterwaarts versnelt, is een reactiekracht.
Van welke kracht is dit de reactiekracht?
A
De normaalkracht op de onderkant van de wielen van de auto
B
De rolweerstand van de wielen
C
De wrijvingskracht van de weg op de wielen
D
Het gewicht van de auto dat op de onderkant van de wielen drukt.
Slide 3 - Quizvraag
Luchtweerstand berekenen
Een voorwerp verplaatst de lucht.
Slide 4 - Tekstslide
Deze rho staat voor:
A
De dichtheid van het voorwerp
B
De dichtheid van de stof waar het doorheen beweegt
C
Die rho is een P en staat voor de luchtdruk
D
Dat is een constante (staat in Binas)
Slide 5 - Quizvraag
Een kubus van 2*2*2 meter valt en er is luchtwrijving. Hoe groot is A die je invult?
A
4m^2
B
2m^2
C
8m^2
D
24m^2
Slide 6 - Quizvraag
Deze C_w (de luchtwrijvingscoefficient) hangt af van: (meerdere antwoorden kunnen juist zijn)
A
De dichtheid
B
Het materiaal
C
De grootte
D
De vorm
Slide 7 - Quizvraag
Welke wielrenner heeft de beste stroomlijn?
A
Renner A
B
Renner B
C
Renner C
D
Allemaal ongeveer gelijk.
Slide 8 - Quizvraag
Die snelheid staat in het kwadraat want....
Slide 9 - Tekstslide
Welke kracht(en) werken op deze parachutist?
De gewichtkracht
De normaalkracht
De luchtwrijvingskracht
De zwaartekracht
Slide 10 - Poll
Deze parachutist weegt met pak 100kg.
Hoe groot is de maximale luchtwrijving?
A
100N
B
0N
C
981N
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 11 - Quizvraag
Bereken de terminale snelheid waarmee de parachutist van de vorige opgave valt. Zijn frontale oppervlak A =0,30m^2, de dichtheid van lucht is 1,2kg/m^3, en de luchtwrijvingscoefficient is 0,75
Slide 12 - Open vraag
Berekening
Zijn frontale oppervlak A =0,30m^2, de dichtheid van lucht is 1,2kg/m^3, en de luchtwrijvingscoefficient is 0,75. De maximale wrijvingskracht was
Slide 13 - Tekstslide
Dan gaat de parachute open. Wat kun je zeggen over de resultante kracht op dat moment?
A
Die wijst naar boven
B
Die wijst naar beneden
C
Niets
D
Die is (en blijft) 0
Slide 14 - Quizvraag
De terminale snelheid (gesloten parachute) was 85 m/s. Als de parachute open gaat wordt het frontaal oppervlak opeens 10 keer zo groot. Wat wordt de nieuwe terminale snelheid (met geopende parachute)?
Slide 15 - Open vraag
A) B)
C) D)
4 momenten;
- Welke krachten?
- Richting F_res
- Soort beweging
A) de sprong uit het vliegtuig B) de terminale snelheid (gesloten parachute) C) de net geopende parachute D) de terminale snelheid (geopende parachute