8.2 je ademt 22/23

Algemene kennis 
Par 8.2 Ademhalingsstelsel 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Algemene kennis 
Par 8.2 Ademhalingsstelsel 

Slide 1 - Tekstslide

Sleep naar de juiste plaats
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix, (blinde darm)
anus

Slide 2 - Sleepvraag

In de darm is de vertering afgemaakt door darmsap. In de dunne darm zit nu glucose. Even later zit de glucose in je bloed. Bekijk de tekening van de dunne darm met bloedvaten hiernaast.
A
Glucose is van plaats nummer 1 naar plaats nummer 2 gegaan.
B
Glucose is van plaats nummer 1 naar plaats nummer 3 gegaan.
C
Glucose is van plaats nummer 3 naar plaats nummer 1 gegaan
D
Glucose is van plaats nummer 3 naar plaats nummer 2 gegaan.

Slide 3 - Quizvraag

8.2 je ademt
Het ademhalingsstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling leerdoelen 8.1
  • Je kunt uitleggen hoe in spieren energie ontstaat en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan. 
  • Je kan uitleggen wat het begrip verbranding is en wat je er voor nodig hebt 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is verbranding?
A
Een reactie tussen brandstof en koolstofdioxide
B
Een reactie tussen brandstof en water
C
Een chemische reactie
D
Energie verbruiken

Slide 6 - Quizvraag

Waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
Alleen in de spiercellen
B
In alle levende cellen van het lichaam
C
Alleen in het verteringsstelsel
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam

Slide 7 - Quizvraag

Waar komt energie vandaan?
A
Uit jouw lichaam
B
Uit jouw eten
C
Uit jouw cellen
D
Uit het water

Slide 8 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel zorgt voor de voedingsstoffen in jouw lichaam?
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 9 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 10 - Quizvraag

Samenwerking ademhalingsstelsel en verteringsstelsel
Verteringsstelsel zorgt voor glucose
Dit is uitgelegd in de les van 7.4: je eten verteert

Ademhalingsstelsel zorgt voor zuurstof
Dit wordt uitgelegd in de les van 8.3: Je ademt

Slide 11 - Tekstslide

Verbranding

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Les 1 par. 8.2 leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening
  • Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
  • Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
Inademen: Er komt lucht met zuurstof in je lichaam
Uitademen: Er gaat koolstofdioxide uit je lichaam

Hoe werkt dit?
Inademen: borstholte wordt groter
Uitademen: borstholte wordt kleiner

Slide 15 - Tekstslide

Manieren van ademen: Borstademhaling en buikademhaling

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten maken
Leren 8.1!
maken werkboek 8.2: opdracht 1 t/m 7

Slide 17 - Tekstslide

Les 2 
  • Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening
  • Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
  • Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen

Slide 18 - Tekstslide

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 19 - Quizvraag

Buikademhaling bewegen :
A
Het middenrif en borstbeen
B
Het borstbeen en ribben
C
Het middenrif en ribben
D
Het middenrif

Slide 20 - Quizvraag

Leerdoel: Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening
Neus/mond
Neusholte
Mondholte
Strottenklepje
Luchtpijp(kraakbeenringen)
Luchtpijptakken: Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasjes
 

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
Dit gebeurt in de longblaasjes:
Hier gebeuren 2 dingen:
  1. Zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed.
  2. Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes, daarna adem je dit uit.
Dit is gaswisseling!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Opdrachten maken 
Leren 8.1!
maken werkboek 8.2: opdracht 8 t/m 16

Slide 25 - Tekstslide

Les 3
  • Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt.
  • Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
  • Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

0

Slide 28 - Video

Les 3
  • Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
  • Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
  • Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen
  1. Je neus keurt de lucht, reukzintuig!
  2. Je neusharen houden het grove stof tegen 
  3. Je neus maakt de lucht vochtig en warm. Slijmcellen maken de lucht vochtig en stof en ziekteverwekkers blijven eraan plakken 
  • Trilhaartjes zwiepen het slijm met de vastgeplakte stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar je keelholte ( uithoesten of inslikken)

Slide 31 - Tekstslide

Opdrachten maken 
maken werkboek 8.2:
opdracht 17 t/m 20

Slide 32 - Tekstslide

Geef 3 redenen waarom het belangrijk is om door je neus te ademen.

Slide 33 - Open vraag