H5 LICHT - §1 licht, schaduw en spiegels

H5 LICHT
§1 Licht, schaduw en spiegels
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 LICHT
§1 Licht, schaduw en spiegels

Slide 1 - Tekstslide

introductie maken (digitaal)
timer
6:00

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
5.1.1 Je kunt beschrijven hoe licht en andere vormen van straling zich verspreiden.
5.1.2 Je kunt uitleggen wat er precies kan gebeuren als licht op een voorwerp valt.
5.1.3 Je kunt het verschil toelichten tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.
5.1.4 Je kunt de schaduw tekenen van een voorwerp dat door een lamp wordt verlicht.
5.1.5 Je kunt uitleggen hoe lichtstralen door een vlakke spiegel worden teruggekaatst.
5.1.6 Je kunt het spiegelbeeld tekenen van een voorwerp dat voor een spiegel staat.
5.1.7 Je kunt tekenen hoe een lichtbundel door een spiegel wordt teruggekaatst.

Slide 3 - Tekstslide

lichtbronnen
directe lichtbronnen dit zijn dingen waarvan licht direct van af komt.

indirecte lichtbron: dingen die licht weerkaatsen maar zelf dus niet de bron zijn.

Slide 4 - Tekstslide

lichtstralen
Een lichtbron straal lichtstralen uit. 

Je tekent lichtstralen als rechte lijnen met een pijl erin. De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan. 

Teken lichtstralen altijd met een liniaal of een geodriehoek.

Slide 5 - Tekstslide

proef 1 (blz 137-138)
timer
7:00

Slide 6 - Tekstslide

opdracht 1-2-3-4-5 (blz 138-139)

timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

lichtbundels
Veel lichtstralen samen noem je een lichtbundel.

Je hebt 3 soorten lichtbundels:
  • evenwijdige lichtbundel
  • divergente lichtbundel
  • convergente lichtbundel

Slide 8 - Tekstslide

evenwijdige lichtbundel.
  • De afstand tussen de lichtstralen in zo’n lichtbundel blijft gelijk.
  • Ze lopen dus recht uit de bron.

Denk bijvoorbeeld aan lasers.

Slide 9 - Tekstslide

divergente lichtbudel
  • Divergeren betekent uit elkaar gaan.
  • De lichtstralen lopen steeds verder uiteen van de bron.
Denk bijvoorbeeld aan schijnwerpers

Slide 10 - Tekstslide

convergente lichtbundel
  • Convergeren betekent naar elkaar toe bewegen.
  • De lichtstralen bewegen vanuit de bron steeds meer naar elkaar toe naar 1 punt. 
Denk bijvoorbeeld aan een vergrootglas.

Slide 11 - Tekstslide

evenwijdige lichtbundel
divergente lichtbundel
convergente lichtbundel

Slide 12 - Sleepvraag

absorberen, doorlaten en terugkaatsen
Als licht op een voorwerp terechtkomt, kunnen er drie dingen gebeuren:
• Het voorwerp kan het licht absorberen. 
• Het voorwerp kan het licht doorlaten. 
• Het voorwerp kan het licht terugkaatsen.

Slide 13 - Tekstslide

terugkaatsing
Spiegelend
Diffuus

Slide 14 - Tekstslide

schaduw
De schaduw is het gebied waar de lichtstralen niet kunnen komen.

Aan de rand van de schaduw komen licht en schaduw tegen elkaar.

De lichtstralen die nog net langs de tafel gaan, heten de randstralen.

Slide 15 - Tekstslide

Je schijnt met een zaklamp op een witte muur. Voor de muur hangt een kunststof blokje.

Op welke plek(ken) zie je een schaduw?
A
P
B
Q
C
R

Slide 16 - Quizvraag

opdracht 10-11-12-13-14-15 (blz 142-143-144)

Slide 17 - Tekstslide

SPIEGELWET

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Spiegelbeeld

Slide 20 - Tekstslide

Maak opdracht 1 t/m 7 (blz 47)
timer
7:00

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk
Maak in je werkboek de volgende opdrachten:

§ introductie
§1 Licht, schaduw en spiegels

Klaar: Maak online de test jezelf van paragraaf 1
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide