1.4

1.4 De zon als motor: neerslag
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 De zon als motor: neerslag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning + leerdoelen
- Terugblik op paragraaf 1.3
- Uitleg 1.4 'De zon als motor: neerslag'
- Aan de slag!

Je kan...
Uitleggen hoe wolken ontstaan
Verschillende typen neerslag herkennen en uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er gemeten met een barometer?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kan uit de afbeelding halen dat .....
Beargumenteer je antwoord
A
Het in Nederland waarschijnlijk droog is
B
Het in Nederland waarschijnlijk regent.
C
Het waait zacht in Nederland
D
Het waait hard in Nederland

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.4 De zon als motor: Neerslag
Waterkringloop 
  • De zon brengt de waterkrimploop op gang


  • Warmere, vochtige lucht stijgt op. Condenseert en vormt wolken.

  • Neerslag kan:
  • Landijs worden
  • Afstromen in een rivier en zee
  • Infiltreren in de bodem

Slide 5 - Tekstslide

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.
1.4 De zon als motor: Neerslag
Soorten neerslag
  • Neerslag ontstaat in gebieden waar (warme) lucht opstijgt.
  • Situatie 1: Stijgingsneerslag

  • Warme lucht stijgt op
  • Koelt af
  • Er ontstaan wolken
  • Er valt neerslag
  • Vooral in de tropen 
  • Na zo'n ontzettend warme dag in Nederland kan het ook ineens hard regenen

Slide 6 - Tekstslide

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.
1.4 De zon als motor: Neerslag
soorten neerslag
     Neerslag ontstaat in gebieden waar (warme) lucht opstijgt.
Situatie 2:
Frontale neerslag

  • Warme en koude lucht botsen
  • De warme lucht stijgt snel op 
  • Koelt af
  • Er ontstaan wolken 
  • Er valt neerslag
  • Vaak in Nederland 

Slide 7 - Tekstslide

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.
1.4 De zon als motor: Neerslag
soorten neerslag
Zie video!

Slide 8 - Tekstslide

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.
1.4 De zon als motor: Neerslag
soorten neerslag
     Neerslag ontstaat in gebieden waar (warme) lucht opstijgt.
Situatie 3: Stuwingsneerslag

  • Windkant gebergte = loefzijde
     Niet- windkant gebergte = lijzijde

Slide 9 - Tekstslide

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.
1.4 De zon als motor: Neerslag
Waterkringloop 
      Water komt voor in drie fasen:
- Vast: ijs, sneeuw
- Vloeibaar: Water
- Gas: Waterdamp

     Voortdurende afwisseling van deze drie fasen op aarde:
Waterkringloop
    bevriezen, smelten
     verdampen, condenseren 


Slide 10 - Tekstslide

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.
1.4 De zon als motor van het weer

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf het weer van vandaag:
In tweetallen

Weerselementen: (zie blz. 8: kopje 'weer')
Voorspelling over de luchtdruk
Voorspelling over de hoeveelheid UV-straling

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldwijde windsystemen
  • Lucht stroomt van een ...... altijd naar een .......
  • Kleine afwijking door de draaiing van de aarde:
  • Naar rechts op het noordelijk halfrond
  • Naar links op het zuidelijk halfrond

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Waar je nog niet 1.1 tot 1.4 af hebt, ga je hiermee aan de slag

Klaar met de vragen? Dan aan de slag met de leerdoelen op pagina 25-27

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies