H5 radioactiviteit - leerdoel 4


Leerdoel 4
Je kan de risico’s van de verschillende soorten ioniserende straling voor mens en milieu benoemen en aangeven hoe je daartegen beschermd kan worden. Je kan berekeningen maken met de (equivalente) dosis.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Leerdoel 4
Je kan de risico’s van de verschillende soorten ioniserende straling voor mens en milieu benoemen en aangeven hoe je daartegen beschermd kan worden. Je kan berekeningen maken met de (equivalente) dosis.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check leerdoel 3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 6.2
Bescherming tegen straling
Aan het einde van deze les kan je ...
  • uitleggen welke stralingsbron het meest geschikt is voor een bepaalde toepassing;
  • ken je de begrippen dracht, bestraling en besmetting.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formatieve toets 
leerdoel 1 t/m 3

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je je beschermen
tegen bestraling?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming tegen bestraling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming tegen besmetting

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk soort straling hoort deze afbeelding?
A
alfa en bèta
B
gamma

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Alfa en bèta deeltjes botsen met atomen, ioniseren deze atomen en verliezen zo energie waardoor ze tot stilstand komen.
Bij gammastraling hoort het begrip halveringsdikte.

Slide 10 - Tekstslide

Donderdag week 9

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Technetium (99Tc) is een stof die chemisch ongeveer hetzelfde werkt als calcium, maar radioactief is. Als dit radioactieve technetium aan de patiënt wordt toegediend, wordt het snel in de tumoren opgenomen. Daar komt dus veel van het technetium terecht. Met een speciale gammacamera kan die opeenhoping van technetium zichtbaar worden gemaakt.
Welke uitspraak klopt?
A
99Tc is een alfa bron met een klein ioniserend vermogen
B
99Tc is een alfa bron met een groot ioniserend vermogen
C
99Tc is een gamma bron met een klein ioniserend vermogen
D
99Tc is een gamma bron met een groot ioniserend vermogen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Aan de slag
HW les 8.2: inleveren check leerdoel 4
Werken aan leerdoel 4 
volgens de studiewijzer
timer
12:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Millisievert? Waarom geen grey?
  • Een dosis alfastraling is veel schadelijker dan een gelijke dosis bèta- of gammastraling. 
  • De equivalente dosis H met de eenheid sievert (Sv) is een maat voor mogelijke effecten van ioniserende straling op het menselijk lichaam, rekening houdend met het soort straling.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Les 8.1 - (equivalente) dosis
Aan het einde van deze les kan je rekenen met de (equivalente) dosis.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldopgave
In sommige granaten is wat uranium aanwezig. Deze stof wordt gebruikt vanwege zijn hoge dichtheid. Als een granaat op het slagveld ontploft, zal het aanwezige uranium verpulveren of verdampen en als stof of damp in de lucht aanwezig zijn. Veronderstel dat een soldaat een stofdeeltje inademt dat U-236 bevat. Dit stofdeeltje nestelt zich in een longblaasje.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit dat de activiteit van het U-236 tijdens een mensenleven nauwelijks afneemt.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stofdeeltje dat door een soldaat wordt ingeademd heeft een activiteit van 2,2 × 10⁻⁶ Bq.
Bereken hoeveel U-236 kernen in een jaar tijd vervallen.

A
2,2 * 10⁻⁶ kernen
B
2,2*10⁻⁶ / 365 / 24 = 2,5*10⁻¹⁰ kernen
C
2,2*10⁻⁶ *365 *24 = 0,019 kernen
D
2,2*10⁻⁶ *3600 *24 *365 = 69 kernen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het verval van één uraniumkern (U-236) komt een energie van
4,49 MeV vrij. Deze vrijkomende energie wordt in 0,18 × 10⁻⁹ kg omringend weefsel geabsorbeerd. 

Bereken de dosis die het bestraalde weefsel in een jaar ontvangt.

  • D = Estr / m 

  • 1 eV = 1,602*10⁻¹⁹ J
  • 4,49 MeV = 4,49 * 10⁶ eV
                          = 7,193 *10⁻¹³ J per kern

  • Estr = Edeeltje * N 
               = 7,193 *10⁻¹³ * 69 = 4,96*10⁻¹³

  • D = 4,96*10⁻¹³ / (0,18*10⁻⁹)
          = 0,28 Gy

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dosis is 0,28 Gy. Hoe groot is de equivalente dosis.
U-236 zendt alfastraling uit
A
0,28 Sv
B
5,6 Sv

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Aan de slag
Volgende les inleveren check leerdoel 4
Werken aan leerdoel 4 
volgens de studiewijzer
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een radioactieve bron heeft een activiteit van
4,5 * 10³ Bq en een grote halveringstijd.
Bereken hoeveel kernen vervallen in 10 minuten.
A
4500
B
45 000
C
270 000
D
2 700 000

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een radioactieve bron heeft een activiteit van 4,5 * 10 ³ Bq en een grote halveringstijd.
Waarom wordt er in de vraag beschreven dat de halveringstijd groot is?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsenergie
A=ΔtΔN
Estr=EdeeltjeN
Estr=EdeeltjeAt
ΔN=At
N=mam

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een persoon met een massa van
85 kg werkt in een kerncentrale waarin zijn hele lichaam is blootgesteld aan straling afkomstig van U-235. Hoeveel alfadeeltjes mag deze werknemer per jaar ontvangen voordat de stralingsnormen overschreden worden.
  • Binas Tabel 27D
     dosislimiet = 20 mSv per jaar
  • Binas tabel 25
     Edeeltje = 4,52 MeV
  • wr = 20 



  • Met de formule kunnen we de geabsorbeerde stralingsenergie berekenen.

H=wrmEstr

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een persoon met een massa van
85 kg werkt in een kerncentrale waarin zijn hele lichaam is blootgesteld aan straling afkomstig van U-235. Hoeveel alfadeeltjes mag deze werknemer per jaar ontvangen voordat de stralingsnormen overschreden worden.
H=wrmEstr
20103=2085Estr
1,7=20Estr
0,085=Estr

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een persoon met een massa van
85 kg werkt in een kerncentrale waarin zijn hele lichaam is blootgesteld aan straling afkomstig van U-235. Hoeveel alfadeeltjes mag deze werknemer per jaar ontvangen voordat de stralingsnormen overschreden worden.
  • Estr = 0,085 J
  • Edeeltje = 4,52 MeV 

  • 1 e V = 1,602*10⁻¹⁹ J
  • 4,52 * 10⁶ eV = 7,241*10¹³ J

  • N = 0,085 / 7,241*10¹³ 
     N = 1,2 * 10¹¹ deeltjes


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Een brokje U-235 heeft een massa van 1,00 g. Bereken het aan U-235 kernen.



  • massa van één kern = 235 u

  • massa van het uranium:
  • 1 u = 1,66 *10⁻²⁷ kg 
  • 0,001 / (1,66 *10⁻²⁷) = 6,024*10²³ u

  • N = m / ma = 6,024*10²³  / 235
                             = 2,56*10²¹ kernen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Aan de slag
HW : inleveren check leerdoel 4
Afronden leerdoel 4
volgens studiewijzer

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies