Les 8

• Nederlands
• Secondary Education
• Age 13

Les 8 VO2 (11.40u- 12.50u)

Wat gaan we doen?

• Geschiedenis: Geuzen en Beeldenstorm
• Cursus 5 Grammatica §11 Zinsdeelzinnen (blz 226-227).    

   

Hoe ging het met huiswerk maken?

😒🙁😐🙂😃

Hoe lang duurde het huiswerk maken ongeveer?

minder dan 1.5 uur

meer dan 1.5 uur

Beeldenstorm

2D

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat een ketter is. 
• Je kunt uitleggen wat de aanleiding was voor de beeldenstorm

Begrippen

Ketter

Iemand die zich niet houdt aan de officiele leer en regels van de kerk.

Inquisitie 

Organisatie binnen de katholieke kerk die zich bezighield met het opsporen en veroordelen van ketters. 

Filips II en Margaretha van Parma

• Vanaf 1555 leider van de Nederlanden en de rest van     Karel V's rijk 
• Filips was weinig in de Nederlanden te vinden
• Margaretha van Parma werd aangesteld als landvoogdes

Het smeekschrift

• 1566 Edelen in actie
•  Margaretha van Parma 
• Staten-generaal bijeen om de problemen binnen bestuur op te lossen
• Inquisitie indammen
• Uiteindelijk beslissing Filips II

Beeldenstorm

• Protestanten konden openlijk samen komen
• Hagenpreken = Preek voor protestanten in de buitenlucht
•  Beelden lijken op afgoderij
• Beelden moesten verwijderd worden
• 1566 vanuit Vlaanderen

Herhaling samengestelde zinnen/enkelvoudige zinnen

Hoe herken je een samengestelde zin:

Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm.

'De kat zit op de mat'. 

Een samengestelde zin heeft meer persoonsvormen.

Hoe herken je een hoofdzin?

• Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar - er passen (bijna) nooit andere zinsdelen tussen.
• De persoonsvorm staat voor in de zin, als het eerste of tweede zinsdeel.

Gisteren vertelde Anouar me dat hij gaat skydiven. 

Hoe herken je een bijzin?

• Tussen het onderwerp en persoonsvorm kunnen wél andere zinsdelen staan.
• De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

Gisteren vertelde Anouar me dat hij [niet] gaat skydiven. 

Wat gaan we doen?

• Grammatica; §11 zinsdeelszinnen deel 1

welke zinsdelen
ken je nog?
(Hoe noemen we de
verschillende zindelen)

Welke zinsdelen hebben we geoefend:

• persoonsvorm
• onderwerp
• gezegde (naamwoordelijk of werkwoordelijk)
• lijdend voorwerp
• meewerkend voorwerp
• bijwoordelijke bepaling

Door de najaarsstorm waaiden de pannen van het dak.
Wat is de pv?

De bloemist heeft alle bloemen verkocht.

Wat is het ow (onderwerp)

Volgende week ga ik een huis kopen.

Wat is het lv? (lijdend voorwerp)

De kranten heeft hij al aan mij gegeven.

Wat is het mw? (meewerkend voorwerp)

Wij hebben zijn verjaardag vorige week uitgebreid gevierd.
Wat is de bwb? (bijwoordelijke bepaling)

Zoek nu de zindelen in deze zin op:

De verkoper heeft mij deze schoenen aangeboden.

Wat is de pv, wg, ow, lv, en mv? Zet ze onder elkaar.

Een zinsdeel als zin

Een zinsdeel als zin

Soms is een zinsdeel, bijv het onderwerp, een hele zin:

Lees deze zin:

Wie al een ticket heeft, hoeft niet in de rij te staan.

Vraag: Wie hoeft (niet in de rij te staan)?

Antwoord: Wie al een ticket heeft -> dit is het onderwerp

We noemen dit een onderwerpszin.

Gisteren vertelde Irene mij dat ze gaat rondreizen in Thailand.

Wat is de lijdendvoorwerpszin?

(vraag is: wat + gezegde + onderwerp)

Lesafsluiting: Huiswerk

Volgende week weer een online les. Je huiswerk is: 

▪Cursus 5 §9 - maak opdracht 7a  (extra oefening samengestelde zinnen).

▪ Cursus 5 §11 - maken opdracht 1, 2 en 4.  

Vergeet ook niet je schrijfopdracht in te leveren vandaag of morgen (blz. 32 in je boek).  

Tot volgende week!