Les 3 venapunctie

FAVAT leerjaar 3 Les 1
Venapunctie/ bloedonderzoek
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NWMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

FAVAT leerjaar 3 Les 1
Venapunctie/ bloedonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
De student kent de bloedcirculatie
Aan het eind van deze les weet de student waaruit bloed bestaat
Aan het eind van deze les kent de student de achterliggende theorie van een venapunctie
Aan het eind van deze les kent de student de meest voorkomende onderzoekswaarden.

Slide 2 - Tekstslide

Bloedcirculatie. Welke circulatie doorloopt zuurstof vanaf het moment dat ik inadem en vervolgens uitadem? en hoe vindt de uitwisseling van voedingsstoffen plaats?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Bij een venapunctie prik je in een:
A
Slagader
B
Ader

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken
van een ader?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Waarvoor gebruik
je de stuwband?

Slide 8 - Woordweb

Venapuncties
De meeste venapuncties vinden plaats in de elleboogplooi. Hier loopt de Vena Brachialis die vrij gemakkelijk bij iedereen aan te prikken is.
Maar ook andere venen in de arm, 
op de hand en zelfs op de voet 
kunnen gebruikt worden.

Slide 9 - Tekstslide

Methode
Door middel van een vena- punctie, wordt ongeveer 20 cc bloed afgenomen onder aseptische omstandigheden.

Slide 10 - Tekstslide

Contra-indicaties
Prik NOOIT in een aangedane arm van de patiënt te weten:
Patiënten met fracturen.
Patiënten na Mamma-amputatie.
“infuus-arm”.
Trombose arm.
Flebitis aan de arm.
Dialyse patiënt met shunts in de arm.

Slide 11 - Tekstslide

Waaruit bestaat bloed?
A
Bloedplasma, rode bloedcellen en paarse bloedcellen
B
Rode bloedcellen, witte bloedcellen en water
C
Bloedplasma, rode bloedcellen en ijzer
D
Bloedplasma, rode bloedcellen en witte bloedcellen

Slide 12 - Quizvraag

Samenstelling
Bloedcellen:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Bloedplasma (=serum)

  • Plasma-eiwitten
  • Water
  • Opgeloste stoffen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Algemeen onderzoek
Werk uit:
BSE, HB, Glucose, TSH, CRP, leukocyten

Slide 15 - Tekstslide

Deze waarde zegt iets over de bezinkingssnelheid van rode bloedcellen
A
BSE
B
HB
C
Glucose
D
TSH

Slide 16 - Quizvraag

Deze beide waarden zeggen iets over de ontsteking/infecties in het lichaam
A
BSE/CRP
B
HB/Glucose
C
BSE/HB
D
TSH/CRP

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer hier een lage waarde naar bovenkomt betekent het dat de stofwisselingsprocessen in het lichaam vertraagd zijn
A
BSE
B
HB
C
CRP
D
TSH

Slide 18 - Quizvraag

Mijn bloedonderzoek is binnen. Ik lees het volgende:
HB: 8mmol/L
Bezinking: 6 ml
ASAT: 75
Creatinine 140 µmol/L
CRP: 11 mg/L

Welke waarden wijken af? Wat kan het zijn?

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen 
Aan het eind van deze les weet de student waaruit bloed bestaat
Aan het eind van deze les kent de student de achterliggende theorie van een venapunctie
Aan het eind van deze les kent de student de meest voorkomende onderzoekswaarden.

Slide 20 - Tekstslide