HV1 H3 par. 4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Leerdoelen par. 3.4

Wisselen van schaalniveau

• Je kunt het verschijnsel centrum-periferie op de vijf schaalniveaus beschrijven. 
• Je begrijpt hoe ontwikkelingen op verschillende schaalniveaus elkaar beïnvloeden. 

Wat bedoelen we met schaalniveaus?

Nationaal schaalniveau              Lokaal schaalniveau

Welke schaalniveaus zijn er?

Aardbevingen in Limburg

Welk schaalniveau?

Aardbevingen in Limburg

Welk schaalniveau?

Je kijkt niet naar een heel land, maar ook niet naar 1 plaats 

Dus: regionaal schaalniveau

Soms kijk je eerst op een hoger niveau en kijkt daarna naar de details op een kleiner gebied >> inzoomen

Soms werk je andersom, eerst bekijk je de details, daarna een groter geheel  >> uitzoomen

Wisselen van schaalniveau

● Inzoomen

    - van dichterbij bekijken

    - kleiner gebied

    - meer details

● Uitzoomen

    - van verder weg bekijken

    - groter gebied

    - minder details

    - relatie met andere gebieden

Schaalniveaus beïnvloeden elkaar

Nederland op continentaal en mondiaal niveau: centrum

    - inkomen

    - opleidingen

    - voorzieningen

Schaalniveaus beïnvloeden elkaar

maar in Nederland zijn er verschillen!

Dus: als je inzoomt in er in 

Nederland ook een centrum 

(vooral de Randstad) en een 

periferie (vooral Zeeland, 

Groningen, Friesland, Drenthe

en Limburg)

Brainport 

Gebied rond Eindhoven:

technologisch 

sterk ontwikkeld

>> motor voor de 

Nederlandse economie

Brainport heeft invloed op:

• lokaal en regionaal niveau > werkgelegenheid
   
• nationaal niveau > economie, kennis
   
• continentaal en mondiaal niveau >
         -studenten, onderzoekers,
                werknemers, ondernemers
         - producten