Samenvatting hfst 3

3. Organismen leven samen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3. Organismen leven samen

Slide 1 - Tekstslide

Abiotisch                Biotisch
Abiotische en biotische factoren= Ecosysteem

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
Een groep dieren in een leefgebied
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 3 - Quizvraag

Dieren passen zich aan
Dieren: koudbloedig of warmbloedig
Dit bepaalt waar een dier wel of niet kan leven

Warmbloedig: vogels en zoogdieren
- Lichaam altijd zelfde temperatuur
Koudbloedig: reptielen, amfibieën, vissen
- Lichaam heeft temperatuur van omgeving

Slide 4 - Tekstslide

Aanpassen aan het voedsel
Gebit:
Planteneters: Plooikiezen (voor vermalen) & snijtanden (werkt als een schaar)
Vleeseters: Knipkiezen (voor scheuren vlees) & hoektanden (doden van de prooi)

Slide 5 - Tekstslide

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 6 - Sleepvraag

KOUDBLOEDING
WARMBLOEDIG

Slide 7 - Sleepvraag


Wat voor soort dieren zal
deze kiezen hebben?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter

Slide 8 - Quizvraag

Vervoer
Water omhoog ->  tegen de zwaartekracht in
Wortelharen nemen water op 
(door de cellen heen)

Bladeren zuigen het naar boven (zuigkracht)

Veel bladeren = veel verdamping
Grote bomen: tot 1000 liter/dag
Zonnig/warm weer -> huidmondjes sluiten



Slide 9 - Tekstslide

Hoe vervoeren planten stoffen?
In de vaatbundels liggen 2 soorten vaten:
  1. houtvaten: vervoeren water
    en mineralen
  2. bastvaten: vervoeren glucose
    en andere voedingsstoffen
    Bekijk  het filmpje over transport
    in planten.

Slide 10 - Tekstslide

Vervoer
Vaatbundels bestaan uit 
2 soorten vaten

Houtvaten
water met mineralen omhoog
Bastvaten
water met glucose en andere voedingsstoffen vanuit bladeren naar alle delen van de plant

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stoffen opnemen

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de functie van een huidmondje?
A
Water opnemen
B
Het maken van voedingsstoffen
C
Zorgen dat een boom groen blijft
D
Het uitwisselen van gassen

Slide 14 - Quizvraag

Wat vervoeren de houtvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 15 - Quizvraag

Je ziet hier de punten van een wortel met wortelharen. Wat is een taak van de wortelharen?
A
watertransport
B
wateropname
C
voedsel maken
D
groei van de plant

Slide 16 - Quizvraag

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?
Wat maakt een plant bij fotosynthese?

Slide 17 - Sleepvraag

                             Gaswisseling

Slide 18 - Tekstslide

Fotosynthese vindt plaats in...
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 19 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 20 - Quizvraag

Voedselrelatie
Noteer je altijd op dezelfde manier:

Plant -> planteneter -> vleeseter 1 -> vleeseter 2
Voorbeeld: Boomblad -> rups -> koolmees -> havik
Dit noem je een voedselketen
Elk onderdeel van de keten is een schakel
Meerdere voedselketens bij elkaar vormen een voedselweb


Slide 21 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 22 - Tekstslide

Voedselpiramide (aantallen)
Er zijn veel meer rupsen dan haviken, waarom?
Elk dier of plant bevat energie
Elk dier of plant heeft een bepaalde hoeveelheid energie nodig
Organismen die elkaar eten zetten we in een voedselpiramide
Dit is een piramide van aantallen
Er zijn veel meer blaadjes dan rupsen
Er zijn meer rupsen dan koolmezen
Er zijn meer koolmezen dan haviken


Slide 23 - Tekstslide

Voedselpiramide (biomassa)

Slide 24 - Tekstslide

wie is hier
geen
consument?

A
sla
B
slak
C
merel
D
poes

Slide 25 - Quizvraag

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 26 - Quizvraag

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren

Slide 27 - Quizvraag

De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide