3.1 Present Simple
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Present
Simple
Simple
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer gebruik je de Present Simple?
Slide 5 - Open vraag
Karen often ___ (cook) food for the whole family.
Slide 6 - Open vraag
The dog sometimes ___ (kiss) me.
Slide 7 - Open vraag
My niece ___ (study) psychology.
Slide 8 - Open vraag
Wat weet je over de uitzonderingen?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat zijn signaalwoorden
voor iets wat altijd, nooit of
regelmatig gebeurt?
voor iets wat altijd, nooit of
regelmatig gebeurt?
Slide 12 - Woordweb
Wat is het signaalwoord?
Mom always asks if I have homework to do.
Mom always asks if I have homework to do.
Slide 13 - Open vraag
Wat is het signaalwoord?
I rarely walk to school.
I rarely walk to school.
Slide 14 - Open vraag
Maak deze zin ontkennend (helemaal uitschrijven + punt!): I like him.
Slide 15 - Open vraag
Maak deze zin vragend(helemaal uitschrijven + vragenteken!): I like him.
