Welzijn periode 1

Wat is een individuele activiteit?
A
activiteit met 1 cliënt
B
met 2 cliënten
C
met alleen jezelf
D
met een groep clienten
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is een individuele activiteit?
A
activiteit met 1 cliënt
B
met 2 cliënten
C
met alleen jezelf
D
met een groep clienten

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een groepsactiviteit?
A
activiteit die je alleen doet
B
activiteit die je met meer dan 1 cliënt doet

Slide 2 - Quizvraag

Nadeel van een groepsactiviteit?
A
Het kost te veel geld
B
Het is onhygiënisch
C
Cliënten kunnen elkaar demotiveren omdat iemand geen zin heeft
D
Het is ongezellig

Slide 3 - Quizvraag

Wat bedoelen we met sociale activiteiten?

Slide 4 - Woordweb

Wat bedoelen we met educatieve activiteiten?

Slide 5 - Woordweb

Welke educatieve activiteit kun je met peuters doen?

Slide 6 - Woordweb

Welke sociale activiteiten kun je met ouderen doen?

Slide 7 - Woordweb

Wat betekent ADL?
A
Aparte dagelijkse levensverrichtingen
B
Algemene dagelijkse levensbehoeften
C
Aannemelijk doelgericht lanterfanten
D
Algemene dagelijkse levensverrichtingen

Slide 8 - Quizvraag

Wat valt niet onder ADL zorg
Tekst
Tekst
A
tandenpoetsen
B
kienen
C
scheren
D
aankleden

Slide 9 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om de ADL goed te rapporteren in het systeem?

Slide 10 - Woordweb

Waarom is het stimuleren van de ADL belangrijk?
A
omdat de cliënt het gezellig vindt
B
nergens voor.
C
Het stimuleert de zelfstandigheid van de cliënt
D
om het contact met de familie te onderhouden

Slide 11 - Quizvraag

waar moet je rekening mee houden bij het doel te stellen bij een activiteit?
A
Interesse, mogelijkheden en uitdagingen
B
Interesse en uitdagingen
C
financiën en mogelijkheden
D
beperkingen en financiën

Slide 12 - Quizvraag

Tekst
Wat betekent grove motoriek?

Slide 13 - Woordweb

Wat betekent fijne motoriek?

Slide 14 - Woordweb

Wat betekent cognitieve ontwikkeling?

Slide 15 - Woordweb

Wat betekent sensomotorische ontwikkeling
A
poepen en plassen
B
eten en drinken
C
slapen, eten en voelen
D
voelen, ruiken, proeven, zien en horen

Slide 16 - Quizvraag

Wat bedoel ik met kortetermijngeheugen?

Slide 17 - Woordweb

mensen met dementie hebben moeite met ?

A
kortetermijngeheugen
B
langetermijngeheugen

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent reminiscentie?
A
op tijd naar de wc gaan
B
het ophalen van herinneringen uit het verleden
C
aankleden
D
praten over de toekomst

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent zelfredzaamheid?

Slide 20 - Woordweb

Hoe kun je de zelfredzaamheid stimuleren?
A
in de kamer opsluiten
B
de zorgvrager uitlachen
C
de zorgvrager niets meer zelf laten doen
D
zoveel mogelijk zelf laten doen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe kun je gedrag langdurig veranderen?
A
schelden en mopperen
B
dagritmekaart, pictogrammen en belonen
C
straffen
D
schelden

Slide 22 - Quizvraag