categorie 30 - koppelteken

categorie 30 - koppelteken
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

categorie 30 - koppelteken

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het koppelteken?

De meeste samenstellingen schrijf je in het Nederlands aan elkaar.

• kassameisje
• wijkagent
• zomervakantie


Slide 2 - Tekstslide

klinkerbotsing
Bijvoorbeeld bij een zogenaamde klinkerbotsing: zo voorkom je dat twee klinkers per ongeluk als een andere klank gelezen worden.
• lenteui
• lente-ui
• autoongeluk
• auto-ongeluk




Slide 3 - Tekstslide

gelijkwaardige combinaties
Bij combinaties van twee of meer woorden die ook met elkaar verwisseld kunnen worden.
• hotel-restaurant
• zwart-wit
• cultureel-maatschappelijk
• links-extremistisch




Slide 4 - Tekstslide

gelijkwaardige combinaties
Of aardrijkskundige namen
• Midden-Amerika
• Vlaams-Brabant
• Zuid-Holland
• Nieuw-Zeeland















Slide 5 - Tekstslide

woorddeel met hoofdletter
Voor een woorddeel met een hoofdletter.
• zwart-Amerikaans
• anti-Frans
• on-Engels















Slide 6 - Tekstslide

cijfer, letter of symbool
Voor of achter een cijfer, een aparte letter of een symbool.
• 80-jarige
• 65+-kaart
• tussen-s
• A4-formaat


















Slide 7 - Tekstslide

afkorting
In een samenstelling die begint of eindigt met een afkorting.
• tv-kijker
• kleuren-tv
• IQ-test
• pc-netwerk
• CD&V-voorzitter






















Slide 8 - Tekstslide

woorden die beginnen met bepaalde woorden

• niet-rookster
• oud-burgemeester
• ex-gedetineerde
• adjunct-directeur
• directeur-generaal
• minister-president



































Slide 9 - Tekstslide

woorden die beginnen met bepaalde woorden

• niet-rookster
• oud-burgemeester
• ex-gedetineerde
• adjunct-directeur
• directeur-generaal
• minister-president



































Slide 10 - Tekstslide

Welke woorden ken je met een koppelteken?

Slide 11 - Woordweb

18-jarige
De nieuwe jongen is een 18-jarige student. 

Slide 12 - Tekstslide

ex-partner
De relatie is uit. Zij is mijn ex-partner.

Slide 13 - Tekstslide

mee-eten
De hele familie komt vanavond mee-eten. 

Slide 14 - Tekstslide

niet-roker
Mijn zoek een niet-roker vriend.

Slide 15 - Tekstslide

Nieuw-Zeeland
Nieuw-Zeeland is ver van Nederland.

Slide 16 - Tekstslide

Noord-Amerika
Canada is in Noord-Amerika.

Slide 17 - Tekstslide

Noord-Brabant
In Noord-Brabant vieren veel mensen caranval. 

Slide 18 - Tekstslide

Noord-Holland
Amsterdam ligt in Noord-Holland.

Slide 19 - Tekstslide

T-shirt
Het T-shirt is blauw. 

Slide 20 - Tekstslide

Zuid-Amerika
Brazilië is een groot land in Zuid-Amerika. 

Slide 21 - Tekstslide

Zuid-Holland
De koning woont in Zuid-Holland. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 23 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 24 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 25 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 26 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 27 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 28 - Open vraag

Hoe gaat het met categorie 30?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

zelf oefenen
maak het werkblad van categorie 30

Slide 30 - Tekstslide