Les 31 (27-02)

Cours du 27 février
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cours du 27 février

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Phrases Clés C
      Faire les magasins
  • Grammaire D
      Aanwijzend voornaamwoord
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Presentie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les....

...weet je hoe je een aanwijzend voornaamwoord gebruikt. 

...kun je vertellen hoe je aan zelfstandige naamwoorden kunt zien dat ze mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud zijn.


Slide 4 - Tekstslide

Faire les magasins p.108
Kijk mee naar het blauwe blokje. Laten we eens oefenen met het vervangen van woorden.
Maak 
- ex. 14f. (3 min.)

Klaar?
Bereid je alvast voor op ex. 16.

Maak:
- ex. 16a
wat, hoe, hulp, tijd,
uitkomst, klaar
timer
3:00
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord
in het Nederlands?

Slide 6 - Woordweb

Paragraphe D: het aanwijzend voornaamwoord
Kijk eens mee naar de volgende 4 zinnen:
- Je cherche une nouvelle robe. Cette robe est parfaite.
- Le jean est trop petit. Comment tu trouves ce jean?
- Tu aimes les t-shirts bleus? Non, je préfère ces t-shirts noirs.
- Tu vois l'homme aux cheveux blonds? Qui est cet homme?

Welke regels kun jij ophalen uit deze zinnen betreffende het aanwijzend voornaamwoord ce, cette, cet en ces?

Slide 7 - Tekstslide

De regels
                                                            enkelvoud                 meervoud
mannelijk                                           ce                                ces
vrouwelijk                                          cette                           ces
mannelijk stomme H of klinker    cet                              ces

Die, deze, dit of dat vertaal je dus met bovenstaande vormen. Welke vorm je gebruikt, hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij past.

Slide 8 - Tekstslide

Of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud is, kun je vaak al aflezen in de zin. Jullie hebben immers veel informatie gekregen de afgelopen maanden. Informatie die jullie verder kan helpen in de zoektocht naar het getal en het geslacht van een zelfstandig naamwoord.

Namelijk het bijvoeglijk naamwoord, het lidwoord, -e of -s achter een zelfstandg naamwoord en het bezittelijk voornaamwoord. 

Laten we ze allemaal eens bijlangs gaan op het bord.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Kijk eens mee naar de volgende zin:

  • Tu connais cette marque internationale?
  • Wat is het geslacht en getal van 'marque' in de bovenstaande zin? Bestudeer de woorden rond 'marque'.

Nog eentje:
  • C'est mon magasin préféré.
  • Wat is het geslacht en getal van 'magasin' in de bovenstaande zin? 


Slide 10 - Tekstslide

Au travail
Maak nu de volgende oefeningen:
- ex. 17a, c en d
- ex. 18a, b, c
- ex. 19

Klaar? Leer het aanwijzend voornaamwoord én 
Herhaal Phrases Clés C 
> via wrts of slim stampen (kom bij mij om toestemming te vragen)
 

timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
Leg aan de hand van de volgende zin uit waarom juist dit aanwijzend voornaamwoord gebruikt is:
Je trouve ce jean super beau!

Naar welke kenmerken van een zin kun je kijken om te achterhalen of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud is? Noem 3 kenmerken.





Slide 12 - Tekstslide

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- ex. 17a, c en d
- ex. 18a, b, c
- ex. 19

Apprendre (leer) aanwijzend voornaamwoord + paragraaf C

Slide 13 - Tekstslide