Capítulo 2 week 2

Buenos días! ¿Qué tal?
Hemos practicado: 
  • Presente de verbos e --> ie
  • Vocabulario de comida.
  • Texto
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Buenos días! ¿Qué tal?
Hemos practicado: 
  • Presente de verbos e --> ie
  • Vocabulario de comida.
  • Texto

Slide 1 - Tekstslide

En esta lección:
1- Practicar los demostrativos (aanwijzend voornaamwoorden)
2- Practicar frases clave:
  • Bron E: afspreken met iemand, vertellen wat je lekker vindt.  
  • Bron J: bestellen in een restaurant. 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 33
Google translate
Hele zinnen: fouten zinnen
Maak korte zinnen: boek, frases clave, teksten. 
Grammatica en woorden die je al weet.

Slide 3 - Tekstslide

Waar moet je opletten bij het gebruik van het Spaanse aanwijzend voornaamwoord?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Vul het juiste vorm in voor iets wat dichtbij is:
1)___ bebidas
2)___ helados
3)___ fruta

Slide 6 - Open vraag

Vul het juiste vorm in voor iets wat verder weg is:
1)___ problema
2)___ costumbre
3)___ refrescos

Slide 7 - Open vraag

Vul het juiste vorm in voor iets wat heel ver weg is:
1)___ arroz
2)___ mesas
3)___ quesos

Slide 8 - Open vraag

Kies het juiste A.V.:
"Aquí en este..... restaurante se come muy bien"
A
ese
B
aquel
C
este
D
esos

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste A.V.:
"____ postres en esta nevera (koelkast) se ven deliciosos".
A
esos
B
estos
C
aquel
D
ese

Slide 10 - Quizvraag

Frases clave Bron E

Slide 11 - Tekstslide



Schrijf de vertaling van de vragen die je hoort.
Bron E

Slide 12 - Open vraag

¿Qué significa?
"Ik vind scherp eten niet lekker"
A
Me gusta la comida picante
B
No me gusta el picante
C
No me gusta la comida picante
D
No nos gusta la comida picante.

Slide 13 - Quizvraag

¿Qué significa?
"Quiero este plato sin pollo, porque soy vegetariano".
A
Ik wil dit gerecht met kip, ik ben niet vegetariër.
B
Ik wil dit gerecht zonder vlees, ik ben vegetariër.
C
Ik wil dit gerecht zonder kip, ik ben vegetariër.
D
Ik wil dit gerecht zonder kip want ik ben vegetariër.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Spaans dat je een nagerecht en een koffie met suiker wilt?

Slide 15 - Open vraag

Hoe bestel je in het Spaans "een frisdrank en een mineraalwater"?

Slide 16 - Open vraag

¿Qué queréis beber?
Os ha gustado la comida?
¿Qué queréis de postre?
La cuenta, por favor.
¿Queréis algo más?
Wat willen jullie drinken?
Is het eten jullie gesmaakt?
Wat voor toetje willen jullie?
de rekening, alstublieft.
Willen jullie nog iets?

Slide 17 - Sleepvraag

Wat willen jullie nog meer leren/ oefenen/ maken? (niks is geen optie)

Slide 18 - Open vraag

Deberes para el miércoles
Hacer el ejercicio 33 (escribir) libro de ejercicios página 74.
Enviar por mail: d.carrizo@ijsselcollege.nl 

Slide 19 - Tekstslide