15.1 Zintuigcellen

H15: Waarnemen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H15: Waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud hoofdstuk
14.1 Zintuigcellen
14.4 Netvlies en de hersenen
14.5 Zintuigen en regeling

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 15.1
  • Je leert welke verschillende typen prikkels er zijn en hoe zintuigcellen er op reageren.
  • Je leert welke verschillende typen prikkels er zijn en hoe zintuigcellen erop reageren.
  • Je beschrijft de bouw en werking van het evenwichtszintuig.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigcellen
Zintuigcellen (receptorcellen)
moeten een signaal
doorgeven aan een
sensorisch neuron.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels
druk
warmte (temp)
geur/ smaak (moleculen)
licht (golflengte)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Receptoren - adequate prikkel
Mechanoreceptoren: druk
Thermoreceptoren: temperatuur
Chemoreceptoren: moleculen
Fotoreceptoren: licht


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Receptoren - adequate prikkel
Receptorcellen hebben, net als neuronen, over hun membraan een rustpotentiaal (H13). Een adequate prikkel leidt in de cel tot een verandering van het membraanpotentiaal, door het openen (of dicht gaan) van ionpoorten


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderbouw: Adequate prikkel
Een prikkel waar het zintuig gevoelig voor is, heet een adequate prikkel voor dat zintuig.

Voor de gezichtszintuigen is licht de adequate prikkel.
Voor de gehoorzintuigen is geluid de adequate prikkel.
Voor de reukzintuigen is geur de adequate prikkel.
Voor de smaakzintuigen zijn zoet, zout, zuur en bitter adequate prikkels.
Voor de gevoelszintuigen zijn druk, warmte, kou en pijn adequate prikkels.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Receptoren - prikkels
Druk en warmte

Prikkel zorgt direct voor openen 
ion-poort.
Instroom van positieve lading.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Receptoren - prikkels
Chemoreceptoren: binding
moleculen aan receptor zorgt
voor openen ion-poorten

Zowel SMAAK- als REUKZINTUIG

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tong

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neus

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Receptoren - prikkels
Licht:

Prikkel zorgt voor signaalcascade die
leidt tot openen ion-poort, instroom
positieve lading.



Slide 13 - Tekstslide

In summary: Light closes cGMP-gated sodium channels, reducing the influx of both Na+ and Ca2+ ions. Stopping the influx of Na+ ions effectively switches off the dark current. Reducing this dark current causes the photoreceptor to hyperpolarise, which reduces glutamate release which thus reduces the inhibition of retinal nerve
Secundaire boodschapper (12.2)
Receptoreiwit zorgt voor activiteit in het G-eiwit en van een enzym in het celmembraan. 
Hierdoor wordt een secundaire boodschapper (klein molecuul, bijv. cAMP) geactiveerd die voor een reactie in de cel zorgt. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire boodschappercascade (Lichtreceptor)
G-Eiwit
G-Eiwit
Meer in 14.4
  • Receptoreiwit activeert het G-eiwit
  • Enzyme wordt geactiveerd
  • cGMP wordt omgezet tot GMP
  • Zonder cGMP sluiten Na+ Poorten -> Geen impuls

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen: Receptoren - impuls
1. Receptorcel ontvangt de prikkel
2. De prikkel zorgt voor het opengaan van ionpoorten (meestal Na+ poorten) in de zintuigcel
3. Prikkeldrempel bereikt? Neurotransmitter vrij in de synaps met het sensorische neuron
4. Impuls in het neuron
5. Waarneming in het sensorisch deel van de hersenen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harde/ zachte prikkels

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwichtszintuig
Bevindt zich in het binnenoor.

Registreert de stand van je
hoofd én beweging van je
hoofd.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwichtszintuig - vestibulum
Bevat endolymfe (vloeistof)
Bevat 2 maculae (1)
Registreren rechtlijnige
bewegingen (ja-knikken),
vertragen en versnellen
(voortwaarts/ achterwaarts
en naar boven/ beneden)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vestibulum met maculae:
houding
(versnellen), voorover buigen
Halfcircelvormige organen met endolymfe
: beweging
draaien ten op zichte van de grond

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macula
Geleilaag met kalksteentjes.
Deze geleilaag en de kalksteentjes
reageren op beweging (als gevolg 
van zwaartekracht of versnelling).
Zintuigharen (ciliën) op de
zintuigcellen registreren deze
verandering

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macula - horizontaal

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macula 2 - verticaal
Registreert ook zwaartekracht
en versnelling omhoog/ omlaag (lift)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macula - hoofdbeweging

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macula - versnelling/vertraging horizontaal

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwichtszintuig - 
Halfcirkelvormige
kanalen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halfcirkelvormige kanalen
Bevatten endolymfe (vloeistof)
In elke basis zit een knobbel met
een cupula (2), een geleiachtige
massa
Registreren bewegingen/ 
versnellingen in de X, Y en Z-
richting

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cupula
Cupula klappen om als de
endolymfe gaat stromen
(klapdeur)  

Altijd in tegengestelde
richting van de beweging
(traagheid)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cupulae 
Zijn vooral gevoelig voor veranderingen
in snelheid. Niet voor een constante
snelheid.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cupulae en de zweefmolen
Als je een tijdje ronddraait op dezelfde snel-
heid registreren je cupulae dit niet (meer).
De vloeistof in de kanalen draait dan op
dezelfde snelheid als het lichaam.
Staat je lichaam daarna stil dan slaan de 
cupula wél weer uit, de vloeistof blijft nog
even draaien: duizelig.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cupulae en alcohol
Stap 1 (begin al na 10 minuten)
Alcohol komt via het bloed in de
cupula. Deze wordt dan lichter dan water. 
De cupula in het vertikale kanaal gaat
zweven.
Draaisensatie!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cupulae en alcohol
Stap 2 (na 6 uur):
Alcohol zit óók in de endolymfe.
De cupula heeft dan weer dezelfde dicht-
heid en zweeft niet.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cupulae en alcohol
Stap 3:
Alcohol is uit de cupula maar nog niet 
uit de endolymfe.
De cupula zakt dan juist in de endolymfe.
Draaisensatie.
Wat helpt? Nieuwe alcohol.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 15.1
Je hebt de verschillende typen zintuigcellen geleerd
Je hebt geleerd hoe de zintuigcellen een prikkel omzetten in een impuls 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BINAS 15.1
BINAS 87D Gehoor en evenwicht

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen 15.1
zintuigcellen, adequate prikkel,receptorcellen, mechanoreceptoren, thermoreceptoren, chemoreceptoren, fotoreceptoren, secundaire boodschapperstof, prikkeldrempel, impulsfrequentie, pijnreceptoren, adaptatie

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
In de online methode.
Maak de opdrachten van 
14.1: Leerroute C (3 t/m 7*)


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies