Economisch bekeken - H2.5. De drukkerij - KGT

2.5 De drukkerij
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.5 De drukkerij

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

  • Ik ken het verschil tussen betaalde en onbetaalde productie en kan dit uitleggen.
  • Ik kan een voorbeeld noemen van betaalde en onbetaalde productie.
  • Ik kan de productiefactoren noemen en uitleggen wat ze betekenen of een voorbeeld noemen.
  • Ik weet wat kapitaalgoederen zijn en kan hier een voorbeeld van noemen.
  • Ik kan uitleggen wat investeren is.
  • Ik kan redenen noemen waarom bedrijven investeren.
Paragraaf 2.4 De productie van behang

Slide 3 - Tekstslide

Productiefactoren
Kapitaal
Natuur
Arbeid
Ondernemerschap
Loon
Huur
Pacht
Winst

Slide 4 - Sleepvraag

Onbetaalde productie
Betaalde productie
Stofzuigen
Je eigen band plakken
De tandarts die je gaatjes vult.
De fietsenmaker die je band plakt.

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is een reden voor een bedrijf om te investeren?

Slide 6 - Open vraag

2.5 De drukkerij

Slide 7 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • Ik kan redenen noemen om te werken.
  • Ik kan omstandigheden noemen die werk leuk en minder leuk waren (arbeidsomstandigheden).
  • Ik kan omschrijven wat de Arbowet inhoudt.
  • Ik ken het verschil tussen een voltijdbaan en een deeltijdbaan en kan hier meer rekenen.
Wat gaan we leren?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Cijfers
Onofficieel: 6.751 doden
Officieel volgens Qatar: 400 doden

Slide 10 - Tekstslide

  • Arbeidsomstandigheden is alles wat werken prettig of minder prettig maakt.
  • Arbeidsomstandigheden kunnen goed of slecht zijn.
Arbeidsomstandigheden

Slide 11 - Tekstslide

De Arbowet verplicht de werkgever om ervoor te zorgen dat werknemers hun werk veilig kunnen doen.

Voorbeelden: Een bouwvakker moet een helm op en een lasser moet een lashelm op.
Arbowet

Slide 12 - Tekstslide

Een arbeidsmotief is een reden om te werken.


Voorbeelden:

  • Geld verdienen
  • Nuttig of zinvol bezig zijn
  • Uitdagend werk
  • Contacten met anderen

Arbeidsmotieven

Slide 13 - Tekstslide

Je hebt voltijdbanen en 
deeltijdbanen.

  • Een voltijdbaan (1 arbeidsjaar) is een baan van 36 uren of meer per week.
  • Een deeltijdbaan is een baan van
      minder dan 36 uren per week.
Deeltijd en voltijd
Hele week werken of een extra dagje vrij?

Slide 14 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit:

  • Is de productie per werknemer per tijdseenheid. 

Arbeidsproductiviteit omhoog:
  • Betere scholing
  • Automatisering/mechanisering
  • Betere arbeidsomstandigheden
Deeltijd en voltijd
Arbeidsproductiviteit

Slide 15 - Tekstslide

OPDRACHTEN
  • Aan de slag met paragraaf 2.5
 --> opdrachten 1 t/m 12 voor de volgende les af. 



timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide