Verpleegkundig Leiderschap

Verpleegkundig Leiderschap
Verpleegkundig begeleider 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verpleegkundig Leiderschap
Verpleegkundig begeleider 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al
over
verpleegkundig leiderschap?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Wat is verpleegkundig leiderschap?
Verpleegkundig leiderschap is het vermogen om een visie te creëren en anderen te inspireren om die visie te realiseren. Het gaat ook om het implementeren van veranderingen in de gezondheidszorg en het verbeteren van de patiëntenzorg.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is verpleegkundig leiderschap belangrijk?
Verpleegkundig leiderschap is belangrijk omdat het de kwaliteit van de patiëntenzorg verbetert. Verpleegkundige leiders hebben ook de mogelijkheid om veranderingen te implementeren die de efficiëntie van de gezondheidszorg verbeteren en kosten verlagen.

Slide 6 - Tekstslide

Effectieve verpleegkundig leiderschapstechnieken
Effectieve verpleegkundig leiderschapstechnieken omvatten het inspireren van anderen, het bevorderen van samenwerking en het opbouwen van vertrouwen tussen verpleegkundigen en patiënten. Verpleegkundig leiderschap vereist ook een sterke ethische en morele basis.

Slide 7 - Tekstslide

Om verpleegkundig leiderschap te tonen, is het belangrijk dat je:

- je bewust bent van jouw eigen professionele rol te opzichte van andere rollen (hiervoor moet je de andere rollen kennen en herkennen);
- reflectieve en onderzoekende vragen stelt;
- gebruikmaakt van evidence based practice;
- als rolmodel verschil probeert te maken voor uitkomsten van zorgvragers, collega-medewerkers, de zorgorganisatie en de maatschappij.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen verpleegkundig leiderschap en management?
Verpleegkundig leiderschap gaat over het inspireren van anderen om een visie te realiseren en veranderingen te implementeren die de patiëntenzorg verbeteren. Management gaat over het organiseren en coördineren van middelen om doelstellingen te bereiken.

Slide 9 - Tekstslide

Challenges in verpleegkundig leiderschap
Uitdagingen in verpleegkundig leiderschap zijn onder andere een gebrek aan leiderschapscapaciteiten, een gebrek aan middelen en steun van de organisatie en een gebrek aan tijd.

Slide 10 - Tekstslide

De toekomst van verpleegkundig leiderschap
De toekomst van verpleegkundig leiderschap is veelbelovend, omdat er een groeiende behoefte is aan leiderschap in de gezondheidszorg. Verpleegkundige leiders kunnen een cruciale rol spelen bij het verbeteren van de patiëntenzorg en het transformeren van de gezondheidszorg.

Slide 11 - Tekstslide

DISC 
Dominantie, Invloed, Stabiliteit en Conformisme
De vier DISC profielen zijn niet bedoeld om jezelf of anderen in hokjes te plaatsen, maar juist om inzicht te geven in jouw gedragsprofiel. Hoe verhoudt zich dat tot anderen en op welke wijze kan je op de ander afstemmen om de onderlinge communicatie te verbeteren. Het gaat om herkenning en inzicht, want vanuit daar maak je de stap naar ontwikkeling.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Situationeel Leiderschap Model van Hersey en Blanchard
De vier leiderschapsstijlen volgens het Situationeel Leiderschap Model van Hersey en Blanchard zijn:

Sturende of taakgerichte stijlen
- De directieve stijl
- De begeleidende of coachende stijl
Relatiegerichte stijlen
- De ondersteunende stijl
 - De delegerende stijl

Slide 14 - Tekstslide

Doel van leiderschap volgens Hersey en Blanchard
Een van de doelen van een leider is het geleidelijk verhogen van de bekwaamheden en het zelfvertrouwen van de medewerkers. Daardoor kan de leider zich richten op steunen en delegeren, waardoor er hogere resultaten zijn te behalen.


In het Situationeel Leiderschap Model is er dus een sterke relatie tussen het ontwikkelingsniveau en bijbehorend leiderschapsstijl. 

Volgens Hersey en Blanchard zijn er dus vier verschillende stijlen die elke manager dient te beheersen.

Slide 15 - Tekstslide

Maak je niet druk maar DIK:
Denk In Kwaliteiten
Vaardigheden – snel en vakkundig injecteren bijvoorbeeld – kun je leren. Kwaliteiten heb je al;
die horen bij jou. Zo kun je enthousiast, begripvol, zorgzaam, meelevend zijn. Kwaliteiten sluiten
aan bij je karakter en zijn moeilijk grijpbaar of veranderbaar. Je hebt ze of je hebt ze niet. Je kunt
ze ontdekken en er je voordeel mee doen, er een ‘sterke kant’ van maken.
Als je in kwaliteiten denkt, ben je in staat om je allergie te overstijgen. Dan zie je achter die controlerende houding juist het verantwoordelijkheidsgevoel. Op dat gevoel kun je vervolgens je
collega (of een familielid) aanspreken. Dan maak je een opening: je krijgt contact en wordt geen
kemphanen. Als je handelt vanuit
je eigen sterke kanten – en uitgaat van de kwaliteiten van je collega’s, cliënten, mantelzorgers – heeft dat een positief effect op de communicatie en de onderlinge samenwerking.

Slide 16 - Tekstslide

‘Liefdevol’ is een mooie kwaliteit, maar al ‘te’ liefdevol gedrag kan verstikkend werken. Alle kwaliteiten
waar je ‘te’ voor plaatst, slaan om in hun tegendeel.  Herkenbaar?
Zorgzaam te = Betuttelend, 
bemoeizuchtig
Betrokken te = Veeleisend
Behulpzaam te = Bemoeizuchtig
Zorgvuldig te = Pietluttig, zeurderig
Daadkrachtig te = Drammerig
Voorzichtig te = Geremd, onzeker, onzichtbaar
Flexibel te = Wispelturig, met alle winden meewaaiend

Slide 17 - Tekstslide

Werkvorm Bingo!
De ‘kwaliteitenbingo’ is een speelse manier om zicht te krijgen op je eigen kwaliteiten en die van je medestudenten. 
Opdracht: Je maakt een bingoformulier met daarop negen gewenste kwaliteiten.

Slide 18 - Tekstslide

Stap 1 • Ontdekken
• Elke student loopt door de ruimte en voert korte gesprekken met medestudenten over hun kwaliteiten.
Je probeert een match te vinden tussen kwaliteit en medestudent. Als je een van de kwaliteiten op het formulier herkent bij een collega, schrijf dan diens voornaam in het vakje. Wie het eerst alle vakjes ‘vol’ heeft is ‘winnaar’.
• Vraag niet alleen bijvoorbeeld ‘Kan je goed met familie omgaan?’, maar vraag door waar dat uit blijkt.

Slide 19 - Tekstslide

Stap 2 • Bespreken
• Na afloop van de gesprekken bespreek je de uitkomst van de bingoformulieren in je leerteam. Door steeds de namen te koppelen aan de kwaliteiten, kun je zien hoe een ieder ‘gescoord’ heeft.
• Sta ook stil bij hoe je deze oefening ervaart. Hoe vind je het om uit te komen voor je sterke kanten?

Slide 20 - Tekstslide

Vervolg ? 
Voer de opdracht in de beroepspraktijk uit met je collega's. 
• Door elkaars kwaliteiten te benoemen en zichtbaar te maken, kunnen ieders sterke kanten beter
naar voren komen. Dat heeft een positieve uitwerking op de communicatie en leidt tot betere
samenwerking.

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
1) Ida, Stina, Esther K. & Suzanne Z.
2) Esther J. Femke, Zoë & Jenny
3) Anouschka, Ilse, Quincy & Anouck
4) Carin, Chantal & Susanne V. & Janneke (start 16-05-2024). 

Slide 22 - Tekstslide