Past Continuous

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Past Simple

1. Moment in het verleden.

2. Nu voorbij.

I waved at my neighbour this morning.

Past Continuous

1. Een tijdje aan de gang in het verleden.

2. Nu voorbij.

I was walking to school this morning.

was/were+ww+ing

We were eating

I was studying

My dad was cooking

The dog was swimming

You were watching

Question!

Welke personen krijgen ook alweer was en welke krijgen were?

Ik was: I.....

Jij was: you.....

Hij/zij/het was: he/she/it.....

We waren: we.....

Jullie waren: you.....

Zij waren: they.....

Een vraagzin met PC

Draai de eerste 2 woorden om

We were waiting outside.

Were we waiting outside?

I was helping him.

Was I helping him?

Henk was making a sandwich

They were doing homework.

She was making a painting.

Ontkennende zin met PC

Zet het woord NOT tussen de 2 werkwoorden

He was not making a sandwich.

They were not doing homework.

She was not making a painting. 

Kim was drinking water.

George was working hard.

We were thinking.