Symfonie orkest

Symfonieorkest
Doel:
In deze les leer je over de verschillende instrumenten bij een symfonieorkest.

Wat moet je doen?
Bekijk het filmpje en beantwoord de 25 vragen
Succes!

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Symfonieorkest
Doel:
In deze les leer je over de verschillende instrumenten bij een symfonieorkest.

Wat moet je doen?
Bekijk het filmpje en beantwoord de 25 vragen
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Strijkinstrumenten
De volgende 5 vragen gaan over strijkinstrumenten. Klik steeds met je muis op het goede antwoord.

Slide 3 - Tekstslide

1. Het hoogste strijkinstrument heet:


A
Cello
B
Viool
C
Contrabas

Slide 4 - Quizvraag

2. Hoeveel snaren zitten er op een strijkinstrument?

A
4
B
3
C
6

Slide 5 - Quizvraag

3. Als je de snaar korter maakt, wordt de toon:
A
Zachter
B
Lager
C
Hoger

Slide 6 - Quizvraag

4. Welk instrument hoor je?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 7 - Quizvraag

5. Welk instrument hoor je?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 8 - Quizvraag

Houtblazers
De volgende 5 vragen gaan over houtblazers. Klik steeds met je muis op het goede antwoord. 

Slide 9 - Tekstslide

6. Houtblazers blazen meestal langs of in een:

A
Ventiel
B
Buis
C
Rietje

Slide 10 - Quizvraag

7.Voor welk houtblaasinstrument wordt geen rietje gebruikt?

A
Klarinet
B
Fluit
C
Hobo

Slide 11 - Quizvraag

8.Houtblaasinstrumenten zijn:
A
Fluit, klarinet, hobo en trompet
B
Fluit, klarinet, hoorn en trompet
C
Fluit, klarinet, hobo en fagot

Slide 12 - Quizvraag

9.Welk instrument hoor je hier?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 13 - Quizvraag

10.Welk instrument hoor je hier?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 14 - Quizvraag

Koperblazers
De volgende 6 vragen gaan over koperblazers. Klik steeds met je muis op het goede antwoord.

Slide 15 - Tekstslide

11. Koperblaas-instrumenten zijn:

A
Trompet, trombone, hoorn en tuba
B
Trompet, trombone, hobo en tuba
C
Trompet, trommel, hoorn en tuba

Slide 16 - Quizvraag

12. Een koperblaas-instrument klinkt door trillen van:

A
Rietje
B
Koper
C
Lippen

Slide 17 - Quizvraag

13. Het grootste instrument klinkt het:

A
Hardst
B
Hoogst
C
Laagst

Slide 18 - Quizvraag

14. Welk instrument hoor je?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 19 - Quizvraag

15. Welk instrument hoor je?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 20 - Quizvraag

16. Welk instrument hoor je?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 21 - Quizvraag

Slagwerkinstrumenten
De volgende 5 vragen gaan over slagwerkinstrumenten. Klik steeds met je muis op het goede antwoord.

Slide 22 - Tekstslide

17. Bij slagwerkinstrumenten trilt:

A
De stok
B
Het vel
C
Het rietje

Slide 23 - Quizvraag

18. Een vel gaat trillen door:

A
Er lang naar te kijken
B
Er tegenaan te blazen
C
Er op te slaan

Slide 24 - Quizvraag

19. Slagwerkinstrumenten zijn:

A
Pauken, grote trom, contrabas
B
Alleen pauken en grote trom
C
Eigenlijk alles waar je op kunt trommelen

Slide 25 - Quizvraag

20. Welk instrument hoor je?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 26 - Quizvraag

21. Welk instrument hoor je?
Klik op het goede plaatje

A
B
C

Slide 27 - Quizvraag

Harp & piano
De volgende 4 vragen gaan over de harp en de piano. Klik steeds met je muis op het goede antwoord.

Slide 28 - Tekstslide

22. De harp en piano:

A
Spelen altijd mee
B
Spelen niet altijd mee

Slide 29 - Quizvraag

23. Hoeveel snaren hebben de harp en piano:

A
Net zoveel als een viool
B
Veel meer dan een viool

Slide 30 - Quizvraag

24. Het symfonieorkest wordt geleid door:

A
De dirigent
B
De aanvoerder
C
De concertmeester

Slide 31 - Quizvraag

25. Welk instrument hoor je?
Klik op het goede plaatje

A
B

Slide 32 - Quizvraag