2.4

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Today:
  • Possessions
  • Practice vocabulary 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Zelfstandig naamwoord en namen in enkelvoud:


's komt na het zelfstandig naamwoord : 

Adam's bike
Sarah's house
The girl's t-shirt

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud
Bij zelfstandige naamwoorden en namen in het meervoud komt de apostrof na de meervoudsvorm. Engelse meervouden eindigen meestal op een -s.


those girls' pets
the Beatles' albums
the EU countries economies

Slide 6 - Tekstslide

Trappen van vergelijking:

These blue flowers are ____ (nice) those red ones.

Slide 7 - Open vraag

1. Vertaal:
Broom

Slide 8 - Open vraag

2. Vertaal:
dirty

Slide 9 - Open vraag

3. Vertaal:
gardener

Slide 10 - Open vraag

4. Vertaal:
fireplace

Slide 11 - Open vraag

5. Vertaal:
stain

Slide 12 - Open vraag

6. Vertaal:
strijken

Slide 13 - Open vraag

8. Vertaal:
de afwas doen

Slide 14 - Open vraag

Vertaal:
de tafel dekken

Slide 15 - Open vraag

Vertaal:
klusjes

Slide 16 - Open vraag

7. Vertaal:
dweilen

Slide 17 - Open vraag

Vergelijkingen

Slide 18 - Tekstslide

Comparisons
big
bigger
the biggest
Vergelijkingen 

Slide 19 - Tekstslide

big - bigger - biggest

  1. Jij bent groot.    big
  2. Ik ben groter.     bigger
  3. Hij is het grootst.  biggest

bij woorden met 1 lettergreep
er - est 

Slide 20 - Tekstslide

woorden die eindigen op - Y
Happy 
             happier 
                             happiest 


She is ......................(pretty) than me. 
than
 +er
the 
+est
as

crazy 
        crazier 
                    craziest 

Slide 21 - Tekstslide

woorden met meerder lettergrepen
beautiful 
                   more beautiful 
                                                  most beautiful 


more als er than in de zin staat
most als er the in de zin staat. 

Slide 22 - Tekstslide

A tiger is the ................................(dangerous) animal in the jungle.

A
dangerousest
B
dangerouser
C
more dangerous
D
most dangerous

Slide 23 - Quizvraag

She is ......................................(successful) than the president of America.
A
successfullest
B
successfuler
C
more successful
D
most successful

Slide 24 - Quizvraag

Tina is the ..............beautiful woman on earth.
A
beautifulest
B
beautifuler
C
more beautiful
D
most beautiful

Slide 25 - Quizvraag

Henry is .........(lazy) than a fish.
A
Lazyer
B
Lazier
C
Laziest
D
most lazy

Slide 26 - Quizvraag

Nike is ..............(cheap) than Gucci.
A
cheaper
B
cheapest
C
more cheap
D
most cheap

Slide 27 - Quizvraag

Our house is as .........(large) as yours.
A
larger
B
largest
C
more large
D
large

Slide 28 - Quizvraag

Trappen van vergelijking
- Vergrotende trap
- Overtreffende trap

Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.
A
B
C

Slide 29 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Woorden van 1 lettergreep:
- Vergrotende trap: woord +  -er
- Overtreffende trap: woord + -est
old
older
oldest

Slide 30 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap: more + woord than more
- Overtreffende trap: the most + woord
expensive
more expensive
most expensive

Slide 31 - Tekstslide

Woorden van 2 lettergrepen
Woorden van 2 lettergrepen die eindigen op le/er/ow/y/some krijgen ook +er  / + est

Yellow - yellower than - the yellowest
Gentle - gentler than - the gentlest

Cruel - more cruel than - the most cruel

Slide 32 - Tekstslide

My house is (high)
...
than yours.

Slide 33 - Open vraag

What is the (difficult) ...... subject at school?

Slide 34 - Open vraag

This is the (interesting) ....
book I have ever read.

Slide 35 - Open vraag

Who is the (rich) ...
woman on earth?

Slide 36 - Open vraag

Miss Steinbusch is (old) .... than the pupils in her class.

Slide 37 - Open vraag

A holiday by the sea is (nice) ...
than a holiday in the mountains.

Slide 38 - Open vraag

This flower is (beautiful)
... than that one.

Slide 39 - Open vraag

Trappen van vergelijking
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap: more + woord more
- Overtreffende trap: most + woord
expensive
more expensive
most expensive

Slide 40 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 41 - Tekstslide

Woorden van 2 lettergrepen
Woorden van 2 lettergrepen die eindigen op le/er/ow/y/some krijgen ook +er  / + est

Yellow - yellower than - the yellowest
Gentle - gentler than - the gentlest

Let op! Woorden die eindigen op een medeklinker + y krijgen IER/IEST
Happy - happier than - the happiest 

Slide 42 - Tekstslide

My house is (big)
...
than yours.

Slide 43 - Open vraag

What is your (funny) ...... subject at school?

Slide 44 - Open vraag

This is the (interesting) ....
book I have ever read.

Slide 45 - Open vraag

Who is the (rich) ...
woman on earth?

Slide 46 - Open vraag

Miss Steinbusch is (old) .... than the pupils in her class.

Slide 47 - Open vraag

The weather this summer is even (bad)
... than last summer.

Slide 48 - Open vraag

Who is the (good) ..... footballplayer in the world?

Slide 49 - Open vraag

A holiday by the sea is (nice) ...
than a holiday in the mountains.

Slide 50 - Open vraag

This flower is (beautiful)
... than that one.

Slide 51 - Open vraag