1.2 Je omgeving ontdekken

Paragraaf 1.2 Je omgeving ontdekken
Pak je boek en etui op tafel
blz. 20
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.2 Je omgeving ontdekken
Pak je boek en etui op tafel
blz. 20

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1.  Herhalen 1.2 
  2.  Huiswerk controle
  3.  Blooket 




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

HW controle
HW= 1.2 opdracht 3 t/m 17
Blz. 20 t/m 27


Slide 8 - Tekstslide

Afspraken voor Blooket
- Maak de vragen serieus = lezen en nadenken over je antwoord

- Niet roepen door het lokaal (dus ook niet elkaars wachtwoord vragen/roepen)

- Klik je gewoon door zonder lezen = aantekening 

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Uitleggen wat een organisme is en hier voorbeelden bij noemen. Een willekeurig organisme op een goede manier beschrijven en daarbij verschillende kenmerken van dat organisme benoemen. 
  2. Uitleggen wat het verschil is tussen een loep en een microscoop en voorbeelden noemen in welke situatie je welke gebruikt.
  3. Het verschil uitleggen tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening. 
  4. Het verschil uitleggen tussen een lengtedoorsnede en een dwarsdoorsnede en kan voorbeelden noemen van voorwerpen die je in de lengte of dwars doorsnijdt.
  5. De onderdelen van een microscoop opnoemen, beschrijven wat ze doen en aanwijzen waar ze op de microscoop zitten.
  6. Uitleggen op welke manieren je de naam van een organisme kunt opzoeken (determineren).

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel 1:
Uitleggen wat een organisme is en hier voorbeelden bij noemen. 

Een willekeurig organisme op een goede manier beschrijven en daarbij verschillende kenmerken van dat organisme benoemen. 

Slide 11 - Tekstslide

Organisme
Mensen, dieren en planten
Alles wat leeft noem je een organisme




Als je een organisme waarneemt, let je op de kenmerken

Slide 12 - Tekstslide

Wel / geen organisme?

Slide 13 - Tekstslide

Wel / geen organisme?

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel 2:
Uitleggen wat het verschil is tussen een loep en een microscoop en voorbeelden noemen in welke situatie je welke gebruikt.

Slide 15 - Tekstslide

Bekijken van een organisme
1. met een loep 
Een loep is een vergrootglas. Met de loep worden alle onderdelen een paar keer vergroot

 2. met een microscoop 
Als je nog kleinere onderdelen wilt bekijken, gebruik 
je een microscoop.

Slide 16 - Tekstslide

Oog, loep of microscoop?
Splinter
Cellen
Bacteriën
Vinger

Slide 17 - Tekstslide

Oog, loep of microscoop?
Splinter
Cellen
Bacteriën
Vinger

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel 3:
Het verschil uitleggen tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening. 

Slide 19 - Tekstslide

Natuurgetrouwe en schematische tekening
Natuurgetrouwe tekening

Je tekent heel precies wat je ziet en je 
geeft alle details weer. 
Het lijkt bijna een foto. 

Schematische tekening
Je tekent alleen belangrijke onderdelen 
van een organisme.

Slide 20 - Tekstslide

Natuurgetrouwe of schematische tekening

Slide 21 - Tekstslide

Natuurgetrouwe of schematische tekening

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoel 4:
Het verschil uitleggen tussen een lengtedoorsnede en een dwarsdoorsnede en kan voorbeelden noemen van voorwerpen die je in de lengte of dwars doorsnijdt.

Slide 23 - Tekstslide

 lengte- en dwarsdoorsnede
1. Lengtedoorsnede:
Als je iets van boven naar beneden doorsnijd

2. Dwarsdoorsnede:
Als je iets door de breedte
doorsnijd



Slide 24 - Tekstslide

lengte- en dwarsdoorsnede

Slide 25 - Tekstslide

lengte- en dwarsdoorsnede

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoel 5:
De onderdelen van een microscoop opnoemen, beschrijven wat ze doen en aanwijzen waar ze op de microscoop zitten.

Slide 27 - Tekstslide

Microscoop

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoel 6:
Uitleggen op welke manieren je de naam van een organisme kunt opzoeken (determineren).

Slide 31 - Tekstslide

Determineren
  • Met een zoekkaart kan je namen van organisme opzoeken. 
  • Op de kaart staat steeds een vraag over een kenmerk. 
  • Die kun je met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoorden. 
  • Door je organisme goed te bekijken en de vragen te beantwoorden, vind je de naam. 
  • Dit opzoeken van een naam van een organisme heet determineren.

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeeld zoekkaart:
BLZ: 161

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Pak je agenda + noteer:
HW= 1.2 opdracht 3 t/m 17
Blz. 20 t/m 27

Maandag 22 september af

Slide 36 - Tekstslide

Hoe maak je het HW thuis?

Slide 37 - Tekstslide

Nu kun je aan de slag met je HW
HW= 1.2 opdracht 3 t/m 17
Blz. 20 t/m 27

- Alleen overleggen met de persoon naast je
- Heb je een vraag? steek je hand op 
- Graag rust in de klas!

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

1.3 Gegevens vastleggen
1BK

Slide 40 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Een eenvoudig onderzoek doen en de resultaten verwerken in een tabel én een grafiek.
  2. Uitleggen welke soort diagram je gebruikt voor welk soort onderzoek. 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Voorkeur onderzoeken
Kippensoep                Tomatensoep               Groentesoep

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Groei vastleggen
Week 1:  1,5 Kg
Week 2: 2 Kg
Week 3: 2,5 Kg
Week 4: 3 Kg
Week 5: 3,5 Kg
Week 6: 4 Kg
Week 7:  4,5 Kg
Week 8:  5 Kg

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Een eenvoudig onderzoek doen en de resultaten verwerken in een tabel én een grafiek.
  2. Uitleggen welke soort diagram je gebruikt voor welk soort onderzoek. 

Slide 48 - Tekstslide

Opdrachten maken
Opdrachten: 1 t/m 11
Blz: 34 - 39


1Bkd: woensdag af
1Bkc: woensdag af
1Bka: vrijdag af 

Slide 49 - Tekstslide