Chip in arm

‘Help er zit een chip in de arm van mijn vriend’

G A Paleari
24-09-2020

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneeskundeWOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

‘Help er zit een chip in de arm van mijn vriend’

G A Paleari
24-09-2020

Slide 1 - Tekstslide

Casus
Vrouw, 31 jaar
Blanco voorgeschiedenis
Med/ microgyn 30
Zelf tweemaal 112 gebeld, chip bij vriend in arm en camera’s in huis aanwezig
Op SEH binnengebracht, mogelijk intoxicatie XTC en alcohol
Tox-screen: amfetamine: POS Ethanol:2,3


Slide 2 - Tekstslide

Wat is belangrijk om in de anamnese te vragen?

Slide 3 - Open vraag

Anamnese 
- Bekend met alcohol-abusus
- 2 dagen geleden xtc ingenomen samen met vriend
- Langere tijd slecht slapen
- Camera’s en chip door schoonfamilie geplaatst
- Begrijpt niet waarom zij hier is
- Familie niet op hoogte dat zij hier is, vriend was aanwezig toen zij met ambulance werd opgehaald


Slide 4 - Tekstslide

Psychiatrisch onderzoek 
Ik zie een 31 jarige vrouw conform leeftijd en normaal verzorgd. Patiënte praat opmerkelijk snel en daardoor soms wat moeilijk verstaanbaar. 
Het contact is goed, het oogcontact is normaal, er is contactgroei.
De klachtenpersentatie is normaal, de houding is iets onrustig. Ziekte inzicht is niet aanwezig, denkt dat zij hier is voor leverfunctiestoornis en ook als wij aangeven van de psychiatrie te zijn is hier geen reactie op. 
Het bewustzijn is helder en wisselt niet, de aandacht is goed te trekken, maar moeizaam vast te houden, pakt snel haar telefoon en gaat dingen opzoeken. Geen aanwijzingen voor een stoornis in de orientatie of in het geheugen.
De realiteitstoetsing is gestoord. De waarneming is ongestoord, tijdens onderzoek is er geen hallucinatoir gedrag zichtbaar. Ook hoort zij op dit moment geen stemmen.  Het denken is versneld van tempo, incoherent, en inhoudelijk met wanen; geeft aan dat er sinds maandag camera's en een chip in de arm van haar vriend is geplaatst. 
De stemming is neutraal, het affect normaal modulerend.
De emotieregulatie is ongestoord, de impulscontrole in intact.
De psychomotoriek is onrustig, niet aan het plukken, maar wel veel met telefoon in de weer.
Er is geen sprake van suicidale ideaties, noch plannen.

Slide 5 - Tekstslide

Psychiatrisch onderzoek 
Ik zie een 31 jarige vrouw conform leeftijd en normaal verzorgd. Patiënte praat opmerkelijk snel en daardoor soms wat moeilijk verstaanbaar. 
Het contact is goed, het oogcontact is normaal, er is contactgroei.
De klachtenpresentatie is normaal, de houding is iets onrustig. Ziekte inzicht is niet aanwezig, denkt dat zij hier is voor leverfunctiestoornis en ook als wij aangeven van de psychiatrie te zijn is hier geen reactie op. 
Het bewustzijn is helder en wisselt niet, de aandacht is goed te trekken, maar moeizaam vast te houden, pakt snel haar telefoon en gaat dingen opzoeken. Geen aanwijzingen voor een stoornis in de orientatie of in het geheugen.
De realiteitstoetsing is gestoord. De waarneming is ongestoord, tijdens onderzoek is er geen hallucinatoir gedrag zichtbaar. Ook hoort zij op dit moment geen stemmen. Het denken is versneld van tempo, incoherent, en inhoudelijk met wanen; geeft aan dat er sinds maandag camera's en een chip in de arm van haar vriend is geplaatst. 
De stemming is neutraal, het affect normaal modulerend.
De emotieregulatie is ongestoord, de impulscontrole in intact.
De psychomotoriek is onrustig, niet aan het plukken, maar wel veel met telefoon in de weer.
Er is geen sprake van suicidale ideaties, noch plannen.

Slide 6 - Tekstslide

Welk classificatie systeem wordt veel gebruikt binnen de psychiatrie?
A
DSM-3
B
DSM-4
C
DSM-5
D
DSM-6

Slide 7 - Quizvraag

Psychosespectrumstoornissen (DSM-5)

- Wanen, hallucinaties of desorganisatie van het gedrag/denken

- Schizofrenie
- Schizofreniforme stoornis
- Schizoaffectieve stoornis
- Waanstoornis
- Kortdurende psychotische stoornis
- Katatonie
- Psychotische stoornis door middel/medicatie/somatische aandoening

Slide 8 - Tekstslide

Psychotische stoornis door middel/medicatie
- Binnen 1 maand na gebruik middel
Middelen
- Alcohol, Amfetaminen, Cannabis, LSD
 - Antidepressiva, anticholinergica, antihypertensiva, antiparkinsonmiddelen, corticosteroïden
- Koolmonoxide
- Benzodiazepinen


Slide 9 - Tekstslide

Somatische aandoening 
- CVA, delier, epilepsie, infectie
- Hyper/hypothyreoidie, hypo/hyperparathyreoïdie
- Leverziekten
- Nierziekten
- Lupus erythematodes

Slide 10 - Tekstslide

Behandeling
- Psychosociale behandeling 
--> Voorlichting over aandoening
--> Gezinsgesprekken
--> Cognitieve (gedrags)therapie
--> Socialevaardigheidstraining
--> Rehabilitatietraining
- Gedwongen opname
- Psychofarmaca




Slide 11 - Tekstslide

Opstellen behandelplan
- Is de persoonlijke veiligheid en die van anderen gegarandeerd?
- Is er adequate huisvesting?
- Is er voldoende ondersteuning?
- Zijn er bijkomende lichamelijke of psychiatrische problemen?
- Heeft de betrokkene structurele activiteiten?
- Heeft de betrokkene zelfvertrouwen en het gevoel dat hij verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn leven en herstel?

Slide 12 - Tekstslide

Welk anti-psychoticum was als eerste op de markt? En in welk jaar?
A
1967 Haloperidol
B
1952 Chloorpromazine
C
1973 Quetiapine
D
1948 Risperidon

Slide 13 - Quizvraag

Op welke stof grijpen ALLE anti-psychoticum hoofdzakelijk aan?
A
Dopamine
B
Cholinesterase
C
Serotonine
D
Histamine

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de klassieke en de nieuwe generatie anti-psychotica?
A
NGAP blokkeren serotonine receptoren
B
NGAP blokkeren geen dopamine receptoren
C
NGAP kunnen als depot worden gegeven
D
Geen verschil

Slide 15 - Quizvraag

Antipsychotica
- 1952 Chloorpromazine
- Meest bewezen werkzaam binnen psychiatrie (70%)
- Binnen uren vermindering spanning en onrust
- Depot kan vaak uitkomst bieden
- Remming dopaminerge neurotransmissie
- Klassieke(typische) vs. Nieuwegeneratie(atypische)
Verschillende affiniteit voor receptoren


Slide 16 - Tekstslide

Wat is een psychose 
- Stimulusonafhankelijk en inadequaat vrijkomen van dopamine
- Hallucinaties, wanen, beloning, plezier, motivationele betekenisgeving
- Gedachten en indrukken maken meer indruk


Slide 17 - Tekstslide

Wat is geen bijwerking bij anti-psychotica
A
Onregelmatige menstruatie
B
Libidoverlies
C
Owl syndroom
D
Rabbit syndroom

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen uiting van extrapiramidaal symptoom?
A
Dystoniën
B
Acathisie
C
Dysforie

Slide 19 - Quizvraag

Bijwerkingen antipsychotica 
- Extrapiramidale symptomen
--> Acute dystonieën
--> Parkinsonisme
--> Acathisie
--> Tardieve dyskinesie
--> Dysfore reactie
--> Rabbit syndroom
- Libidoverlies, galactorroe, erectieproblemen, onregelmatige menstruatie
- Metabole syndroom, DM2, verstoring lipidenspectrum
- Maligne neuroleptica syndroom --> hyperthermie, rigiditeit, autonome instabiliteit, verlaagd bewustzijn



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Casus
- Olanzapine 5mg vrijwillig op SEH ingenomen
- Vriend aanwezig op SEH
- Behandelplan opgesteld
--> Vriend en moeder op de hoogte van psychose
--> Medicatie ingenomen, lijkt al goed effect te hebben
--> Geen co-morbiditeiten
-->Tussen banen in, altijd gewerkt. Normaal sociaal leven
-->Follow-up ambulant via InGeest
- Kind check op SEH uitgevoerd




Slide 22 - Tekstslide

Bronnen
Leerboek psychiatrie – Hengeveld etc
Praktische psychofarmacologie – prof dr. Moleman

Slide 23 - Tekstslide