2H: herhaling grammatica chapitre 1

Bonjour 2 havo
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour 2 havo

Slide 1 - Tekstslide

Vertel in 1 woord in het Frans hoe je vakantie was.

Slide 2 - Woordweb

Qu'est-ce que tu as fait pendant les vacances?

Slide 3 - Woordweb

Toetsweek 1
Woensdag 3 november

Eindtoets chapitre 1

Zie teams voor de stof

Slide 4 - Tekstslide

Programma van deze les
1. Vocabulaire chapitre 1 oefenen
2. Grammatica oefen

Lesdoel:
Je beheerst de grammatica van chapitre 1

Slide 5 - Tekstslide

louer une maison =

Slide 6 - Open vraag

la dispute =

Slide 7 - Open vraag

rencontrer =

Slide 8 - Open vraag

il fait chaud =

Slide 9 - Open vraag

au printemps =

Slide 10 - Open vraag

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gedanst)

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Geen passé composé
Je regarde
Il parle
Ils ont parlé
Nous avons regardé
J'ai sauté
Nous sautons
Vous fermez
Vous avez fermé

Slide 12 - Sleepvraag

Wat zijn de uitgangen in de passé composé?
-er        j'ai parl

-ir         j'ai grand

-re        j'ai perd
i
é
u

Slide 13 - Sleepvraag

Koppel de voltooid deelwoorden aan het juiste werkwoord.
avoir
acheter
habiter
faire
être
oublier
été
habité
fait
oublié
eu
acheté

Slide 14 - Sleepvraag

Il ... mangé une pomme.
A
as
B
avons
C
a
D
ai

Slide 15 - Quizvraag

J'... eu une bonne note.
A
ont
B
a
C
as
D
ai

Slide 16 - Quizvraag

Nous ... été à Paris.
A
avons
B
avez
C
ont
D
as

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Tu ... habité à Lage Zwaluwe.
A
ai
B
as
C
a
D
ont

Slide 18 - Quizvraag

Vous (parler)
........... ................
A
avons parlé
B
êtes parlé
C
avez parlé
D
avez parler

Slide 19 - Quizvraag

Ma mère a ... des fleurs. (avoir)

Slide 20 - Open vraag

Vous avez ... du tennis. (faire)

Slide 21 - Open vraag

Tu as ... en vacances. (être)

Slide 22 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord tussen haakjes in.
Nous avons ... un film. (regarder)

Slide 23 - Open vraag

Vous ... aux Pays-Bas. (être)

Slide 24 - Open vraag

Il ... un cadeau. (donner)

Slide 25 - Open vraag

Tu ... des bonnes vacances. (avoir)

Slide 26 - Open vraag

Nous ... nos devoirs. (faire)

Slide 27 - Open vraag

Ils sont été à Paris.
A
B

Slide 28 - Quizvraag

Elle a mangé une banane.
A
B

Slide 29 - Quizvraag

Tu as fairé tes devoirs.
A
B

Slide 30 - Quizvraag

Klopt de passé composé in de zin?
Vous avez eu des cadeaux.
A
B

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Let op! 
Als het woord begint met klinker op stomme h
Altijd mannelijke vorm pakken

Mon hôtel
Ton aventure
Son arbre 

Slide 33 - Tekstslide

(mijn) ....... garçon
A
mon
B
ton
C
ma
D
ta

Slide 34 - Quizvraag

(jullie) .......... fille
A
notre
B
nos
C
votre
D
vos

Slide 35 - Quizvraag

(hun) ........ gares
A
votre
B
vos
C
leurs
D
leur

Slide 36 - Quizvraag

(jouw) ......... voyage

Slide 37 - Open vraag

(zijn) .......... train

Slide 38 - Open vraag

(onze)......... liberté

Slide 39 - Open vraag

Au travail! 
Oefenen op Slim Stampen

Volgende les:
oefentoets maken op de laptop

Slide 40 - Tekstslide